Ik zag haar bij een zzp-bijeenkomst in de ochtend. Met koffie. En mensen die in de IT werken en iets met design en data-analyse. Allemaal dingen waar ik nooit van weet wat ik er over moet vragen. De host van de ochtend was al begonnen met een praatje, toen zij binnenkwam. Iedereen keek naar haar, ze stak voorzichtig een hand op en iedereen keek al snel weer naar de host. ‘Pak even koffie en kom er lekker bij zitten.’ glimlachte de vrouw. Het was een warme ochtend, hartje zomer. Ik keek ook snel weer naar de host, omdat ik me prima kan gedragen, ik weet heel goed hoe ik me moet gedragen in gezelschap. Je kunt moeilijk gaan staren, dat snapt iedereen. Maar nu viel het niet mee. Ik zeg het je eerlijk, het viel niet mee. Ik zag dat ze een taartje op een schoteltje deed, en dat taartje viel naast het bordje. Met een vorkje en haar vingers wist ze het taartje weer op het bordje te krijgen.
Susanna – haar naam, zo hoorde ik later – ging op haar stoeltje zitten. Ze had slippers aan, witte slippers, en de nagels van haar tenen waren roze gelakt. Op haar enkel zag ik een zonnetje. Op dat moment keek ze mij recht in de ogen, ik voelde de neiging om weg te kijken, maar ik wachtte even. Brutalen hebben de halve wereld. Later die Open Coffee zou ik haar spreken. Ze deed iets met kleding, haar stem klonk schor, ze gaf me haar kaartje en we gaven elkaar een hug.
Drie dagen later op een vrijdagavond hadden we een date, zaten we op een terras in de buurt van het Vondelpark. Ik had haar toen ik thuis kwam direct gebeld, ik had mezelf op de fiets toegesproken: ‘Je gaat meteen bellen, niet tactisch wachten. Godsamme, bellen, bellen!’ En ze nam op en ze zei ja. Ik vond het allemaal wat onwerkelijk, zo soepel als dat ging.
De date was met veel grapjes, veel drankjes. Ze legde af en toe een hand op mijn arm. Ze had een enorm decolleté en ik ben niet goed in het omgaan met decolletés. Ik schrik wat van mij mezelf, een stevig christelijk opvoeding maakt me geen held met seks enzo. Wel als de ander tegen mij zegt, in drievoud: je mag. Je mag kijken, je mag je gang gaan, ik sta erop dat je me zoent. Er gebeurde die avond niets, behalve een hug aan het einde. Maar thuis, in de nacht zou het lang duren voor ik sliep. Ze had zulke lieve dingen gezegd, over vertrouwen in jezelf en een beetje geduld hebben met het leven. Ze had me daarbij aangekeken in de ogen.
Die ochtend erop werd ik wakker. Het voelde als wakker worden vlak voor je te horen krijgt of je geslaagd bent. Je hebt het examen best goed gedaan, maar… je weet het nooit. Het was zeker geen negen. Een acht ook niet. Het hing er om.
Mijn vinger hing boven het toetsenbord. Ik type ‘Hai hai’ en delete het weer. Ik typte ‘Morning’. En haalde dat ook weer weg. Of moest ik niets sturen? Wie kon mij dat vertellen? Ik bedacht me dat het beter was als ik halverwege de middag pas iets zou sturen. Regelmatig ben ik mijn eigen campagneteam het belangrijkste was nu rust uitstralen. Rust en coolness. Ik ging een heel prima dag hebben. Want ik had een heel goed leven. Met vriendschappen en daarnaast kon ik mezelf uitstekend vermaken. Uitstekend. Om drie uur stuurde ik een berichtje ‘Susanna! Ik vond het leuk.’
Niets op aan te merken.
Die dag kwam er geen reactie. Geen man overboord. Kan gebeuren. Ze is druk. Met iets. Ze zit op Indisch koken en ze heeft staatsexamen in uien snijden. Haar moeder woonde op de Keizersgracht, geen idee wat dat ermee te maken had, maar toch.
Maar, die ochtend erop kon ik niets anders dan heel diep zuchten. Ik verwijderde WhatsApp en installeerde het weer. Je weet het niet, misschien een bug in WhatsApp.
Ik besloot om het helemaal los te laten, daar had ik al heel veel over gelezen, over dingen loslaten, dus ik liet het los en belde drie, nee, vier vrienden om dit allemaal eens stevig door te spreken. De reacties liepen uiteen: ‘Gewoon niets mee doen, zorgen dat je een volgende date krijgt.’ tot ‘Ze belt nog wel, beetje geduld, joh!’ en ‘Je hoort er niets meer van.’
Een andere vraag die prangend werd, was uiteraard: moet ik zelf weer wat laten horen? Ik bedoel: initiatief tonen is goed. Lees je overal. Gaan voor die droom! Het was dik drie dagen geleden dat mijn laatste berichtje was verstuurd.
“Hoi! Hoop dat het goed gaat. Plannen dit weekend? Ik kan zaterdagavond nog.” Dit stuurde ik dus terwijl ik dik drie dagen niets van haar had gehoord.
Er ging een avond voorbij, een ochtend, een middag. Niets. En toen, in de supermarkt voelde ik mijn mobiel in mijn broekzak trillen.
“Ik ben andere dingen bezig.”
Dat las ik. Letterlijk dat.
“ik ben andere dingen bezig.”
Ik wachtte een heel uur en daarna nog een heel uur en schreef terug: “ok.”
Een week later liep ik een rondje door een vol, warm, broeierig Vondelpark, het tweede rondje, ik wilde nog niet naar huis.
‘Hé, goeieavond!’ Ik hoorde een stem achter me, ik draaide me om en daar stond Susanna.
Ik keek haar aan en glimlachte, ik denk dat het nog best spontaan overkwam. Mijn hart klopte in mijn keel.
‘Hoe is het met je?’ vroeg ze. Ze overrompelde me met haar hug, haar haar rook heerlijk. Haar lijf was warm.
‘Heel goed. Ja, prima. Ik was alleen op weg naar een date. Ik moet verder.’
Ze deed haar hoofd schuin en zei: ‘Oh, jammer, anders hadden we wat kunnen drinken.’
No comment yet, add your voice below!