De Optimist was exact op tijd in het pannenkoekenrestaurant, nu twintig minuten geleden en daar had hij stevig voor door moeten trappen.
Hij zat aan een tafeltje in een hoekje van ’t restaurant. De blind date was in geen velden of wegen te bekennen. Hij tikte met zijn voet. Zuchtte eens. Hij keek naar de deur, naar zijn mobiel en daarna weer naar de deur. De Optimist wist nooit wanneer je om zoiets in blinde woede kon ontsteken. Eerlijk gezegd deed de Optimist dat vaak snel. Godverdomme, tyfuslijers, wat is dit voor kutgedrag!’ En dan was hij nog maar begonnen. Maar dat vond de Optimist heel lelijk, heel verkeerd, want snel dacht hij dan: ‘Nee! De mensen hebben hun eigen leven! Soms knu je niet en dan bel je drie minuten van te voren af. Niet sjiek. Komt voor.‘ Maar ja, laatst was hij iemand tegengekomen die furieus was geworden op een bekende en dat vond hij ook weer diep inspirerend. ‘Ik vind dit diep inspirerend, dat je zo lekker boos kan worden.’
Voor hem op tafel stond een biertje, het tweede. Hij keek op z’n horloge. Meteen bij binnenkomst had hij geappt. ‘ik ben er! In het hoekje. Bij het raam. Gezellig, gezellig.’ Was ze geschrokken van dat bericht? Was ze op de fiets en dacht ze ‘een man die twee keer gezellig zegt, daar moet ik niks van weten, helemaal niks!’ en was ze toen omgekeerd?
De Optimist was de enige in het restaurant. Het leek of de tafeltjes hun adem in hielden voor de mensen die komen zouden of nee, alsof ze zo stil mogelijk waren om niet op te vallen. Ga maar ergens anders zitten, ik ben er niet. Zo stonden al die tafeltjes erbij. Op zijn tafel lag de kaart, die was met het tweede biertje gebracht door Sabina. ‘Hoi, welkom deze avond, mijn naam is Sabina.’ Ze had geglimlacht, de serveerster, ze leek de eigenaresse, geen idee hoe je dat ziet.
Buiten regende het.
‘De blinddate is er nog niet. Is dat normaal voor deze Marloes?’ had De Optimist aan Wart getypt, een paar minuten later.
Ook op dat bericht had hij nog geen reactie, terwijl een half uur eerder Wart nog had geappt: ‘Plezier, man.’ Was het een complot? Was hij er in getuind? Nee. Dat kon niet. Hij wilde niet denken aan dat ze niet zou komen. Hij wilde niet denken aan dat hij straks alleen naar huis moest. Hij had al gefantaseerd over wild kussen, handen over lijven, over zijn slaapkamer en… eindelijk. Hij was zo blij geweest, zo blij, toen Wart zei: ‘Ik heb een date voor je.’
De Optimist scande zijn lichaam. Dat was iets nieuws, je moest altijd iets nieuws blijven proberen. Als je je kut voelde of doodnerveus of gewoon bang: scan je lichaam. De Optimist kieperde het biertje naar binnen en toen:
Voeten: ontspannen, beetje warm. Kuiten: ontspannen. Bovenbenen: jeuk in de buurt van bil, op de lijn van bovenbeen naar bil. Kruis: geen bijzonderheden, beetje zweterig. Borst: eeh… een ovaal vormig pulserend… stekend gevoel. Keel: nog meer stekend. Rug: doorweekt. Wat kon De Optimist toch zweten, godsamme.
De Optimist keek weer op z’n mobiel en naar de deur. Nog eens appen zou paniekerig overkomen. Of drammend. Dat wil je helemaal niet. Hij stak z’n hand op naar Sabina. ‘Doe nog maar een biertje.’
De Optimist zette z’n voeten weer naast elkaar en ging rechtop zitten: Borst… nee, wacht, bij de keel stak het. Nog steeds. Een gloeiende, stekende zeurende pijn. De Optimist had z’n ogen inmiddels dichtgedaan en schrok zich toen de serveerster zei: ‘Meneer, nog een biertje!’
‘Godverdomme!’ hij zei het hard, schrok er zelf van, stond plots naast z’n stoel alsof hij een aanslag verwachtte. ‘Wat is er loos?’
‘Niks! Ik heb een biertje voor je. Die wilde je toch??’ vroeg de vrouw. Hoe oud zou ze zijn? Dertig? Ze had opgeplakte wimpers en iets aan haar lippen gedaan. Ze droeg een spijkerbroek die iets te strak zat.
‘Ken je degene die moet komen niet bereiken?’
‘Nee. Die ken ik niet bereiken. Ze reageert niet. Blinddate.’ zei de Optimist.
‘Oh, nou. Hopen dat ze snel komt! Zou wel gezelli zijn.’
‘Gezelli?’
‘Ja, toch?’
De Optimist knikte. ‘Gezelli.’
Sabina bleef de Optimist even aankijken, glimlachte en liep weg, De Optimist keek naar haar billen. Ze stopte met lopen, pauzeerde twee seconden en wiegde haar billen heen en weer en liep weer door. De Optimist schrok, voelde zijn gezicht warm worden, lachte hardop. Was dit echt gebeurd? De Optimist nam een paar flinke slokken. Hij keek nog eens in de richting van de vrouw die nu weg was. Vaag. ‘Vaag!’ zei hij niet hoorbaar voor haar. Hij ging weer zitten.
‘Godverdegodverdomme, zeg.’ Hij bekeek z’n mobiel weer en tikte driftig een berichtje. ‘Ik wil natuurlijk niet drammen, maar we hadden zeven uur afgesproken toch?’ De Optimist keek naar het bericht, delete het weer en typte: ‘In de buurt?’
Daarna: ‘Ken niet wachten! Zo leuk!’ Hij drukte op verzenden. Legde z’n mobiel weg en pakte ‘m weer en tikte ‘#zinan.’
Over dat laatste was hij dik tevreden.
Hij nam een laatste slok van z’n bier, zette het tegen de rand van de tafel aan. Hij keek even waar Sabina, zag haar niet. Hij keek naar het glas op de rand van de tafel. Hij zette het nog iets verder weg, een klein stukje van de voet nu over het randje. Hij keek er naar. Hij keek naar buiten. In het raam zag hij zichzelf. Blauw overhemd, net jasje. Hij haalde z’n hand door zijn haar, keek nog eens waar Sabina stond, hij zag haar niet en gaf het glas toen een zetje. Het spatte hard op de grond. De Optimist bleef zitten en keek naar de bar, wachtend op wat ging komen. Daar verscheen ze. ‘Wat is er gebeurd?’
‘Gevallen! Sorry!’ zei de Optimist. ‘Ik liet hem vallen, per ongeluk!’ De Optimist stond op, keek nu heel ernstig. ‘Sorry, echt heel stom.’
‘Geen probleem. Ik ruim het op!’ Ze legde even een hand op de onderarm van De Optimist en verdween en kwam snel weer terug met een roze stoffer en blik. De Optimist voelde nu rond z’n borstbeen schaamte. ‘Ik schaam me zo!’ zei hij. ‘Ik voel het hier.’ Hij wees naar z’n hart. ‘Ik doe tegenwoordig aan lichaamsscan. Dat is beter voor je rust.’
‘Oh. Nooit van gehoord. Is dat in een ziekenhuis?’
‘Nee.’
‘Geintje, joh!’
De Optimist greep naar de Stoffer en blik en trok het uit haar handen.
‘Het is mijn rommel, mijn zooi.’ De Optimist ging door z’n knieën en begon het glas bij elkaar te vegen. Toen keek hij de vrouw aan, die naast hem stond.
‘Ik deed het expres. Ik weet niet waarom.’ Hij keek haar aan van onderen, de zware benen dicht bij hem. Ze kon hem elk moment schoppen.
‘Expres?’
‘Expres. Het is… Er zou een date komen. Een date! ‘Hartstikke leuk!’ Ondertussen veegde de Optimist driftig al het glas bij elkaar. Hij kwam omhoog. ‘Ik ben inmiddels tien jaar single, hè? Tien jaar. Tien jaar en drie hele maanden. Ze had gebeld dat ze me wilde spreken en toen wist ik hoe laat het was. Ze belde nooit. En toen ik daar kwam zei ze met tranen ‘Ik hoorde net No Doubt en de eerste zin is ‘I really feel that I’m losing my best friend.’ En dat is echt zo.’ En toen huilde ze zo hard en toen kwamen bij mij ook de tranen. Tien jaar. Drie maand. En een dag geleden. Sindsdien: single. En een oude kennis had een blind date geregeld. Ik was al getrouwd met die vrouw, die blinddate, in mijn hoofd, het gaat altijd snel in mijn hoofd. Ik hoop de hele tijd zo fanatiek’ De Optimist schaamde zich voor z’n woorden. ‘Sorry. Ik zit allemaal dingen te zeggen. Deed je nu net een dansje?’
‘Nee,’ zegt de serveerster. Ze lachte. ‘Dansen? Ik?’
Het was even stil. ‘Ja. Ik deed een dansje.’
‘Voor mij?’
‘Ja, denk ik.’ De vrouw stond er wat lullig bij, keek naar de grond, haar enorme wimpers gingen plots snel heen en weer.
‘Ik betaal ervoor.’ de Optimist trok z’n jasje recht. ‘Ik sta erop, ik betaal er voor.’
‘Voor het dansen?’
‘Het glas! Voor het glas!’
‘Ik ben vijf maanden en drie dagen single’ zei Sabina en liep toen weg. Hij keek weer naar haar billen. Ze riep: ‘Ik blijf niet aan de gang!’
Hij keek nog eens naar z’n mobiel. Hij zag geen bericht. Hij pakte z’n jas en liep toen achter haar aan.
‘Ik vind het zo… er gaat zoveel mis, zovaak, zoveel. Waarom deed je dat met je billen?’ vroeg hij.
‘Gewoon. Omdat je erbij zat alsof je wat troost kon gebruiken.’
‘Echt? Dat is lief.’
De Optimist betaalde en ging. Buiten keek hij in het donker nog eens om zich heen. Hij hoorde een uil en de regen was gestopt.
De Optimist ging terug het restaurant in, zag de serveerster en zei:
‘Dat je wil troosten is echt, echt heel lief. Doe me nog een biertje, en als het mag een pannenkoek met spek.’
‘Gezelli!’ zei Sabina en ze verdween in de keuken.
No comment yet, add your voice below!