De Optimist is een man die verlangt naar De Grote Liefde! Daar gaat hij voor. Daar doet hij alles voor. Hij is een Optimist en niet te stoppen.
Dit is deel twee in een verhaal over De Optimist die op zaterdag einde middag in een stil, leeg huis komt. Deel één lezen? Stuur me een mail.
De Optimist schoot overeind en had een paar tellen geen flauw idee waar hij was. Hij keek om zich heen en toen, langzaam, drong tot hem door dat hij in slaap was gevallen op het tapijt, in de donkere woonkamer. De asbak was van z’n buik gegleden, lag omgekeerd op de grond, de as en twee peuken in het witte tapijt.
‘Kak, kak, kak.’ zei de Optimist en stond op, voelde zich duizelig. Hij moest zich vasthouden aan de muur. Hij deed een lichtje aan en vroeg zich af wat er gebeurd zou zijn als hij wel gevallen was, voorover met z’n hoofd op de rand van de tafel. Het bloeden was niet te stelpen geweest, hij was langzaam weggezakt. Wat als hij buiten bewustzijn was geraakt? Hoe zouden ze hem vinden? Na hoeveel dagen ging iemand hem missen? Oef, dat was vooral tricky. Het kon wel een kleine week duren, sowieso. De mensen waren druk, dromen, plannen, teleurstelling die hen opslokten. Hij keek naar z’n Macbook. Wat voor websites had hij allemaal openstaan? Prima als er een blotevrouwenwebsite open zou staan, je bent maar één keer jongen, maar daarnaast moest er ook iets intellectueels of nobels. Hij moest dat later gaan regelen. VPRO Cinema of citaten van de Dalai Lama. En daarnaast dan iets met neukende mensen, geen probleem, neukende mensen zonder al te veel tatoeages.
Wat zouden ze zeggen over hem? Op de begrafenis, waar ze vijf hele uren naar Michael Jackson moesten luisteren. ‘En dan nu They Don’t Care About Us. Ja, die hebben we al drie keer gehoord, maar in z’n testament staat dat we hem dertien keer moeten horen. Even volhouden.’ Zouden ze praten over zijn shows, zijn werk als communicatietrainingen of zou iedereen zien dat geen mens in Nederlands echt beter was gaan communiceren? Zou er een ex zijn die iets lyrisch zou zeggen over zijn bedprestaties? Of zou iedereen zeggen ‘hij kon wel wat liever voor zichzelf zijn, hij was nogal streng.’ En zou Fransje dan zeggen: ‘Streng? Ik vond het vooral Optimistisch!’
De Optimist deed z’n schoenen aan, deed een jas aan, ging naar buiten, naar de Albert Heijn. De wind beukte om het huis. Op de galerij, de lange galerij, zag hij plots Blanca, de buurvrouw van nummer 74. Ze liepen elkaar tegemoet. Blanca. Godsamme. Niet nu, niet nu. Of juist nu. Wel nu. Graag nu. Vooral nu. Blanca stond in de masturbatiecarroussel al maanden stijf op nummer 1, maar het sloeg nergens op. Hij en Blanca.
Blanca was ongenadig knap, ze kwam uit een Zuid-Amerikaans land, maar hij had niet onthouden welk land. Zo had de Optimist het gezegd tegen vriendin Fransje. ‘Ze is ongenadig knap.’ Fransje had enthousiast gereageerd: ‘Oh ja, is ’t een lekker wijf?’ De Optimist voelde zich altijd ontspannen als Fransje haar feestelijke zelf was. ‘Hoe meer mensen zeggen dat je geen lekker wijf mag zeggen, hoe vaker ik het zeg.’ Ze drukte haar tieten omhoog en riep: ‘Zie je? Lekker wijf! Ik ben een lekker wijf. Hoe moet je mij anders noemen? Je hebt leuke vrouwen, sympathieke vrouwen, je hebt ook ontzettende dozen, maar ook lekkere wijven. Is gewoon zo.’
‘Ik zeg er niets meer over, maar je hebt 100% gelijk!’ zei de Optimist.
Fransje en de Optimist hadden een keer gezoend, lang geleden, maar besloten dat een vriendschap beter was.
‘Maar je zoent wel goed,’ zei Fransje op een winderige Noordermarkt.
‘Jij ook, Fransje! Je zoent als een… hert! Laters!’
‘De ballen!’ En daar zwierde Fransje op haar fiets de Prinsengracht op. Die kon zomaar nog een avontuur mee maken.
‘Ola, how are you?’ Blanca en de Optimist stonden nu op de smalle galerij tegenover elkaar. De lange haren van Blanka waaiden om haar gezicht. Er hing spanning in de lucht. Ze zeiden tegelijkertijd: ‘Very good.’
Een maand daarvoor had Blanca plots de muziek keihard aan gehad, op haar balkon, op een zomerse middag. Na ruim een uur twijfelen had de Optimist bij haar aangebeld. Hachelijke onderneming, ze kon geen Nederlands en Engels, al eerder was een simpel gesprekje gestrand in een totaal misverstand. Terwijl hij binnen door het keukenraam de muziek hoorde beuken, ging de deur plots open. Daar stond ze, Blanka: een wat-moet-je-frons, gehuld in een kort roze broekje en een witte bh. In de binnentuin begonnen drie lijsters spontaan en uit volle borst Halleluja van Händel te zingen. Ze kwamen met gemak over de muziek van Blanca heen. De Optimist had even geen adem kunnen halen. Zoveel vlees, verrukkelijk vlees, ineens in his face, was net te veel. Hij herstelde zich snel en zei:
‘Música, very hard.’ De lijsters stopten pardoes met zingen.
Blanca draaide met haar ogen en zuchtte. ‘Dit gebeurt nooit, nooit gebeurt dit! Ik heb de muziek nooit hard!’
Ze ging met haar armen druk heen en weer. Boos, maar nog steeds ongenadig knap.
‘Oké, nou, ik wilde het alleen maar vragen, het was alleen een vraag. If you can think of it, great!!’
De Optimist keek nog eens naar het meesterlijke decolleté. Dat knalroze broekje, die bruine benen, de witte bh. Later thuis zou hij met z’n hoofd schudden omdat zoveel schoonheid… omdat… omdat het gewoon regelmatig niet te doen is, de schoonheid overal. Ook in het park was het om draaierig van te worden. Dan kwam hij thuis en staarde voor zich uit. Het was te veel, te mooi, te rond, te vrouwelijk, te oogverblindend, te glad, te glanzend, te duidelijk, te schitterend.
De Optimist stond er wat verloren bij, hij had een glimlach op z’n gezicht, of een vraagteken.
‘Oké, have a good afternoon,’ zei hij zacht.
Toen draaide hij zich om en nog voor hij een stap kon zetten, hoorde hij:
‘Want to drink something?’
Even stond de Optimist stil. Had hij dat goed gehoord? Hij draaide zich om.
‘Yes sure!’ zei de Optimist. De boosheid was blijkbaar weg, plots, ineens. Zomaar.
‘Not angry?’ vroeg de Optimist. Hij hield ervan dingen goed uit te praten.
Blanca fronste haar gezicht en zei: ‘Don’t understand.’ Ze pakte Google Translate erbij.
Na een dikke minuut driftig typen zei Blanca: ‘No not angry.’
Even later zaten ze samen op haar balkon, de zon was warm en fel. Haar dochter had op de bank even opgekeken en was toen weer verdwenen in haar kinderserie op tv.
‘Goedemiddag!’ Geen reactie. Het meisje kon wel Nederlands.
De Optimist had een glas drinken gekregen met iets van alcohol.
‘I make cocktail.’ Het drankje was groen en een seconde dacht hij dat ze hem kon vermoorden. Later zou er een Netflix-serie komen. ‘The Cocktail Case: sex, salsa en cyanide.’ Wie moest hem spelen? Keanu Reeves zou het beste passen qua looks. Hij leek als twee druppels water op Keanu Reeves. Vond hij zelf.
‘Ik ben een goede vrouw,’ zei Blanca. De Optimist glimlachte. ‘I do look like Keanu Reeves,’ reageerde de Optimist. Het was blijkbaar het moment om gewoon zomaar wat dingen te zeggen. Waarom zei ze dat?
De Optimist had z’n glas omhoog gestoken. Proost.
‘I’m a good woman.’
Er vielen flinke stiltes op een bedje van vluchtige blikken. De Optimist keek nog eens naar de pijl, maar nu zag hij dat een onduidelijk teken was uit de yoga wereld. Hij had dat vaker, daarvoor was hij een Optimist. Hele duidelijke signalen richting een fantastische toekomst, die er dan niet bleken te zijn. Regelmatig pakte Blanca haar mobiel erbij om op Google Translate iets in te spreken. Ze begon nog eens een keer wat geagiteerd uit te leggen dat ze nooit harde muziek luisterde en dat dit nu een keer gebeurde, dat het geen probleem was.
‘But it was for hours,’ had de Optimist gezegd.
‘What music do you like?’ vroeg Blanca toen plots, terwijl ze een hand op zijn hand legde.
De Optimist werd er warm van en pakte toen haar hand. Hij kneep er even in. Hij voelde z’n erectie groeien. Hij noemde een nummer van Madonna en Blanca zette het op.
En toen was ze gaan staan, had de hand van de Optimist gepakt en wiegde vlak voor de neus van de Optimist verleidelijk met haar heupen. De Optimist was ook gaan staan, Blanca had strak in zijn ogen gekeken, was tegen hem aan gaan staan, en ze legde haar hand op de rand van z’n broek. ‘Come, dance with me. Look: this is a natural body.’ Ze spreidde haar armen om haar lichaam te tonen.
Ze keek naar beneden en zei met een glimlach: ‘I see you are happy.’
De Optimist was even bang dat hij flauw zou vallen. Hij wilde het met haar hebben over het prachtige Nederlandse woord ‘neuken’, maar drukte die gedachte weg. Hij nam een slok en wist dat het z’n laatste ooit kon zijn.
Dat was een maand geleden. De Optimist had nog eens gestotterd dat het een ontzettend ‘natural body’ was en dat ze een goede vrouw was, en toen was hij toch in paniek geraakt omdat hij ineens dacht: die vrouw is niet goed.
‘I need to go to a friend. Fransje. It is just a friend.’
Hij was opgestaan en naar de deur gelopen. Bij de deur had Blanca nog eens gezegd dat ze een ‘good woman’ was, ze gaf hem plots een hand en herhaalde haar naam, die ze allang had gezegd:
‘Hello, I’m Blanca! Haha.’
Zou ze hopen dat hij het nooit meer zou vergeten?
En nu, op deze winderige, donkere zaterdagavond waar de eenzaamheid op alle deuren bonkte, waar de eenzaamheid om het huis beukte, onder de deur siste, in de kleding trok en straks in het beddengoed — dat wist hij nu al — de eenzaamheid zou in het beddengoed getrokken zijn, zoals frituurlucht erin kan trekken, zoals je de geur van pis er niet meer uit krijgt, alleen als hij echt onder de dekens kroop leek het er niet te zijn, op deze avond, de kuttige zaterdagavond waar iedereen diep, gezellig met elkaar aan het neuken was, waar de eenzaamheid hard en lomp in z’n gezicht sloeg, steeds in z’n kuiten beet, en als hij even niet oplette in z’n zij prikte, hard, keer op keer, al vroeg je om genade — op die zaterdagavond, tada, olé, olé, wat een feest — stond hij oog in oog met deze natural body.
De Good Woman.
En de Optimist wist dit keer precies waar het heen ging.
‘Wanna drink something?’ zei Blanca met de grote donkere ogen.
‘Sure. Why not,’ zei de Optimist.
Heerlijk. De luchtigheid. Hij had zichzelf hervonden. Luchtigheid, dat was uiteindelijk altijd het beste. Zoals hij eerder al had geweten: mensen vragen mensen gewoon om een drankje. Dat gebeurt. In het echte leven.
Meer lezen over hoe de Optimist De Grote Allesverzengende Liefde vindt? En hoe hij in de tussentijd probeert te leven in een wereld waar alles glanzend en samen is?
No comment yet, add your voice below!