Soms zit je onverwacht alleen thuis. Er zijn mensen die dat heerlijk vinden. Er zijn mensen die er in paniek van raken. De verteller in dit stuk zet z’n tanden erin. Hij laat niet los. 

 

Het was zaterdagavond, begin van de avond. Ik was thuis. In paniek. Ik fluisterde: ‘Er is niks aan de hand. Dit wordt een topavond.’ Ik zat op de bank. Net, om half zes was er iets ergs gebeurd. Net, om half zes stuurde een vriendin een appje. ‘Sorry, sorry, echt kut, maar ik ben helemaal naar geworden deze middag. Ik moet de afspraak verplaatsen!’ Dus ik natuurlijk empathisch reageren. Terwijl het zweet me op de rug staat, plots. Trillende handen. Stuurt ze drie minuten later: ‘Ja, tot half vijf in ’t cafĂ© gezopen. Kan ik niet meer aan.’

Dus, terwijl zij wist dat ze met mij had afgesproken. Ik besloot er niets van te vinden, ik drukte elke gedachte over verantwoordelijkheid nemen direct weg. Ik drukte elke woede weg. Zij stort met een paar biertjes te veel mijn avond in een poel van diepe eenzaamheid, maar ik zeg niets.

Ik liep naar de koelkast, pakte een biertje, klokte het weg. Volgende keer back up regelen, essentieel. Hoe vind je zo iemand? Ik was zo tevreden geweest dat ik deze afspraak drie weken geleden al had geregeld. ‘Laten we anders over drie weken dan afspreken.’ Tien minuten later: ‘Ja! We got our selves a date.’ Het vooruitzicht van een gezellige avond. Onbetaalbaar.

Een goede zaterdagavondafspraak moet je echt ruim van te voren organiseren alsof je naar focking Coldplay gaat. Half augustus: kun je het eerste weekend van januari misschien? Idioot. Het schijnt iets Hollands te zijn.
Eerder had ik weleens op zaterdagmiddag nog iemand geappt. Daar was ik mee gestopt. ‘Zin om wat te drinken?’ of ‘Ik kook, jij komt eten, hoe klinkt dat?’ Half uur later:

‘Nee, ga naar theater!’

‘Al plannen! Hoe is het? en ‘Gezellig van je te horen, helaas vanavond lukt niet. Gaat het goed met je?’

Dat enthousiasme vond ik onverdragelijk. En dit zijn dan de reacties die je wel krijgt, sommigen reageerden niet, anderen in de loop van de week. ‘Heb je het nog leuk gehad zaterdag?’ Weer dat onverdraaglijke enthousiasme.

Ik ging zitten, aan tafel, mijn bord spaghetti had ik niet leeggegeten, het was flauw er zat geen smaak aan. Volgende keer doe ik gewoon weer met een pakje of een eetlepel zout. Wacht, ik kon er nog ketchup opgooien. Ik spoot ketchup op de lauwe spaghetti, spoot nog wat in mijn mond en werkte de spaghetti naar binnen. Daarna schoof ik mijn stoel recht, haalde nog eens goed adem en ik wist het weer: het is een kwestie van mindset. Ik moest gewoon gaan schrijven, ik moest – met de hand – alle opties opschrijven, dat was goed voor de linkerhersenhelft, zoiets had ik gelezen. Wat kon ik doen, wat zou ik doen, ik moest iets doen, deze zaterdagavond. Maar ik zou ook meteen brainstormen, gewoon vrij, niets was te gek, brainstormen, alle opties openhouden, voor de komende zaterdagen.

Goed. Ik kon naar de film, ik kon naar een cafĂ©. Maar een cafĂ© op zaterdagavond in je eentje dat is lastig. Dan moet je echt aan de bar zitten, wendbaar, open voor de wereld, dat je makkelijk iemand kan aanspreken. Ik had dat niet lang geleden nog gedaan, op de zaterdagavond naar ‘t cafĂ© gegaan, hup, hup, niet te bang, de deur uit. En toen zat ik in een hoekje aan een piepklein tafeltje van een stampvol cafĂ©, waar de mensen schouder aan schouder stonden en de muziek loeihard. Ik zat, om mij heen stond iedereen, mijn schouder raakte steeds het been van een vrouw, die dus pal naast mij stond, ze stond naast mij te kletsen en keihard te lachen met een paar vrienden. Steeds dat been, meer de dijen die even tegen mijn schouder aankwamen, even deed ik de ogen dicht om het echt goed te voelen. Maar toen ze plots ging, kwam er een volle rugtas tegen mijn schouders aan staan, de rugtas van een gozer. Ik tikte even tegen de gozer aan, oh, ja, sorry, de rugtas ging tussen de benen. De jonge vrouw was ook weer terug met bier en waar je op kon wachten gebeurde, er morste bier op mijn schoot. ‘Sorry, sorry’, de vrouw waar ik zo fijn lichamelijk contact mee had, glimlachte lief. Ze schreeuwde: ‘Ben je alleen?’ Ik schudde van nee. ‘Honderden mensen hier!!’ Mijn humor. Onweerstaanbaar. Twee minuten later gaf ze een lange kus aan de gozer met de rugtas. Liefde is het mooiste dat er is, dat zag ik meteen. Zeker toen de gast even over de wang streelde van de jonge vrouw. Een klein teder gebaar, een lieve blik. Hij zei, zo zag kon ik liplezen: ‘Je bent lief.’

Dat was een goed idee, ik moest mezelf vaker strelen, ook over mijn gezicht. Ik keek om mij heen, of iemand keek, niemand keek en met mijn hand streelde ik mijn wang en ook even over mijn neus, thuis zou ik mijn hele gezicht even aanraken, heel goed idee. Je eigen gezicht vasthouden was ook zo’n goed idee daar had ik iets over op YouTube gezien.

In mijn Moleskine schrift schreef ik ‘Cafe.’ Ik zette er twee vraagtekens achter. Ik kon naar een restaurant om alleen een toetje te eten, een cheesecake, stom plan, toch op schrijven. ‘Cheesecake’ schreef ik zo netjes mogelijk op. Plots raakte het me hoe een mooi handschrift ik heb. Ik schreef ‘kledingkast opruimen’, ‘moeder bellen’ ‘gezicht aaien’ ‘Netflixen’ ‘meditatieoefening’

Ondertussen hoorde ik bij de buren mensen praten en ik hoorde muziek. Ik hoorde de buurvrouw schaterlachen en iemand zei ‘OlĂ©!’ en de muziek ging wat harder. Er knalde een deur dicht. Ik zette ook muziek op. Gingen ze een feestje vieren? Was dit het begin van een knalfuif?
Het was ondertussen acht uur, de wereld lag aan mijn voeten. Ik checkte een website met activiteiten voor mensen die net als ik verzot waren op zaterdagavond met een activiteit. Ik zag dat ik kon bowlen. Ik keek naar twee foto’s van de afgelopen edities. Wat een blije mensen allemaal, vreselijk. Ik zag dat ik om zes uur had kunnen volleyballen en er was ook een taal uitwissel borrel voor Griekse mensen die Nederlands wilden leren en andersom. Toen zag ik een borrel van expats 35+. In de Jordaan. In Lissabon, waar ik maanden woonde, huppelde ik met plezier naar wel twee borrels per week. Expats onder elkaar. Heerlijk.

Ik stond op van mijn stoel, de salsamuziek bij de buren stond intussen flink hard, ik kleedde me om en stapte op mijn fiets.
Bij het cafĂ© was het bommetje vol, stonden de mensen met dikke sjaals buiten. Damp kwam uit de mond. Wat een gedoe, wilde ik dit echt? ‘Hello, i’m here for the drinks.’ Ik kreeg een hartelijke hand van een man uit GeorgiĂ« en een lange jongen uit Venezuela. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het al eerder had gedaan, in mijn eigen land, in mijn eigen stad naar een expat borrel. Hoezo waren de Nederlandse mensen op? Niet te vinden? Er zijn toch zat mensen met interesses die ik heb. Creatieven, acteurs, schrijvers?

Ik wurmde me in de kroeg, tussen de mensen door, een man hief zijn glas en ik tikte het er tegen aan, de man was tien jaar jonger dan ik, een Amerikaan die niet meer hoefde te werken. De man rook naar zweet en sigaretten en drank. Hij speelde online poker en verdiende daar nog mee. Wat heerlijk voor de man, zoveel voorspoed. We praten vijf minuten en ik zei tegen de man dat ik een rondje ging doen ‘i’m going to mingle’ en ik ging bij drie vrouwen staan. Ze staken allen enthousiast hun hand uit en stelden zich voor. Ze vroegen wie ik was. Eentje keek me lang aan. Ze zei ‘You have beautiful eyes.’ Ik hoorde engelen zingen en vioolmuziek. Ik steeg op van de grond, ik zweefde boven de mensen. Ze zei: ‘Are you happy to be here?’ Ik begon aan een antwoord, lastige avond dit en dat en toen gingen de blikken van de drie vrouwen plots naar links en riepen ze in koor: ‘Adrian!!!’ Een lange, grote Chinese man, Adrian, werd gehugd. Er werd op hoge toon gezegd dat het ontzettend onverwacht was dat hij er weer was, als enthousiasme in confettivorm bestond was er nu een confettidouche. Ik wachtte. Ik nam een slok van mijn bier. Adrian, knikte kort naar mij, maar voor de vrouwen was ik volledig uit beeld. Ik tikte de complimenteuze vrouw nog even op de schouder en ze zei onverwacht streng ‘I’ll come back to you.’ Ik liep naar de uitgang van ‘t cafĂ© en pakte mijn jas. Ik keek nog even naar de Amerikaanse man zonder geldzorgen, ik stak mijn hand op, maar hij zag me niet.

Thuis aangekomen was de muziek bij de buren nog een stukje harder gegaan. Er stonden nu ook mensen op het balkon, wat gaan mensen toch hard praten met een drankje op. Mijn woonkamer stonk naar wiet. Ik deed het kantelraampje dicht. Het was nog geen half tien, naar bed gaan dat kon nog niet. Moest ik naar de buren gaan? Dit soort feestjes zijn er nooit. Leven en laten leven.

Even later stond ik voor de deur bij de buren. Mijn vinger ging naar de bel. Ik trok mijn hand terug. Ik bleef staan, wat te doen? Precies op het moment dat ik wilde weglopen zwaaide de deur open. ‘Buurman, hallo! Kom je een drankje doen?’ Als een konijn die in de koplampen kijkt stond ik zo een paar tellen naar de buurvrouw te kijken.

‘Nee. Nee. Ik kom geen drankje doen. Ik wil dat het ophoudt, ik wil dat het stopt. Ik wil dat het niet meer zo is.’ Ik stapte naar binnen, de buurvrouw deed een stap opzij, geschrokken. Ik baande me een weg naar binnen, ik gaf een schouderduw aan een gozer, ik verwachtte een fluitje van een scheids, een flesje bier spatte kapot op de grond, ik liep naar woonkamer, zag de stereoinstallatie en rukte de stekker uit het stopcontact, ik zag de kleurige disco verlichting over het plafond gaan en ik schreeuwde: ‘Laat dit stoppen. Laat dit stoppen. Stop met drinken. Stop met blowen op het balkon. Stop. Stop met blij zijn. Stop met gezellig blij zijn met elkaar. Snappen jullie dan niet dat ik daar alleen zit. Een vriendin belde af, zomaar om half zeven belde ze af. Hoe kun je dat iemand aandoen? Hoe? Hoe in godsnaam kan ik dan nog een afspraak maken, hoe kan ik zorgen dat het leven leuk wordt? Hoe?’

Ik wees iemand aan, ik priemde mijn vinger naar een gozer. Kakibroek, nette schoenen. ‘Vertel. Hoe doe ik dit? Hoe maak ik er zo op het laatste moment
 Ik wil suggesties. Hebben jullie iets om te schrijven? Iedereen drie suggesties.’ De man met de kaki broek begon te lachen. ‘Is dit een training?’ ‘Nee, een brainstormsessie.’ zei ik inmiddels huilend. ‘Dit is een brainstormsessie!!! En kan iemand even een watertje voor mij pakken?’

De buurvrouw zei: ‘Maar dit is absurd, dit is mijn feestje.’ Een volle vrouw keek haar aan, legde een hand op haar schouder en zei: ‘Nee, Fiep, we moeten dit samen doen.’ De buurvrouw leek even in de war, maar begon toen resoluut naar papier te zoeken. De andere feestganger zochten in tassen en in kasten naar pennen. ‘Kan een permanent marker ook?’ vroeg een meisje. De man met de kakibroek keek me met een ernstige blik aan ‘Goed dat je dit een gezamenlijk probleem maakt.’ Een vrouw met rode pumps, ik wist niet dat rode pumps nog bestonden, zei ‘We gaan ons hier allemaal even goed voor inzetten, even een stukje focus.’ Weer iemand anders zei: ‘Kan een klein muziekje op de achtergrond, wel?’ Toen niemand reageerde zei ze: ‘Dit is exact het soort problemen waar ik mijn tanden graag in zet! Heerlijk, heerlijk.’ Een man die blijkbaar al die tijd op het balkon stond te blowen kwam de woonkamer in lopen en zei: ‘Is het feestje voorbij?’ Drie mensen zeiden in koor: ‘Nee, Hans, nee, het begint nu pas.’

De buurvrouw had inmiddels een rood gezicht, wat zweet om haar neus en zei: ‘Dit is waanzin, maar vooruit. Ga jij maar even zitten. We gaan dit oplossen.’ Daarna draaide ze naar de groep. ‘Jongens, kom maar door. Suggesties!’

De man met de kakibroek zei: ‘Je kunt een eigen kaartspel maken.’

Iedereen keek hem even verbouwereerd aan en knikte toen driftig. ‘Slechte ideeĂ«n bestaan niet!’ 

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Comment *
Name *
Email *
Website


Veel gelezen blogs:

Hier tekst.