De Optimist liep met kloppend hart de woonkamer binnen, hij had het gevoel dat hij hier niet mocht zijn. Hij keek de woonkamer rond, op zoek naar de dochter.
‘You daughter is not here?’
‘No. My mother.’
‘Your mother is here?’
‘No daughter with mother.’
‘So we are here?’
‘Yes. You and me.’
Blanca glimlachte. Blanca liep naar de keuken.
‘Want drink?’
‘Yes.’
De Optimist moest plots lachen, stil, zonder geluid. In gedachten vertelde hij het al in geuren en kleuren aan Fransje. En vast aan meer vrienden. Hij zag een witte leren hoekbank. Een glazen salontafel, met twee beeldjes van tijgers erop. Aan de muur een grote poster van een roos. Een rode roos. Daarnaast een witte kleinere poster met de tekst in krulletters: ‘Let Love Rule.’
De Optimist vroeg zich af waarom dit nu precies de overtreffende trap van lelijk was allemaal. Dit was lelijkheid die in je oren schreeuwde. Lang en hard. Let Love Rule. Daar was De Optimist het mee eens, laat die love heerlijk, vol overgave, kletterend, bruisend en dansend rulen en rode rozen zijn prachtig. Schitterend zelfs. Noem een bloem die mooier is, dat lukt je niet. Dat lukt niemand. Waarom was het dan toch vreselijker dan vreselijk? Eens had hij op social media de vraag gegooid of hij misschien te kritisch was. Iemand had gereageerd met: ‘Toen ik mijn man ontmoette stonk hij, had een lelijke broek aan en het was een vreselijke rommel bij hem thuis. En toch zijn we nu twaalf jaar samen.’ De Optimist had het gelezen en dacht: je bent niet goed snik. Toch knaagde het ook, moest hij ook al z’n wensen opzij gooien?
‘Lieve vrienden, kijk, dit is mijn nieuwe vriendin. Zoals je ziet: ze heeft haar uiterlijk niet mee, maar, oh, oh, ze heeft een heerlijke nasi in huis. En: ze is zo leuk met de kat!’ Godsamme. Nooit van z’n leven toch, dacht De Optimist. De vrouw moest knap zijn, scherp, grappig, sexy, slim.
‘Do you like?’
Blanca stond plots achter hem. Hij draaide zich om. Daar stond ze in een knalroze huispak, of was het een joggingpak? Met twee glazen van de groene cocktail. Het ritsje van het jasje was half open; een groot deel van haar decolleté was zichtbaar. Ze had het een paar centimeter meer opgeritst, of verbeelde de Opitmist zich dat?
‘What do I like?’
‘Roses.’
‘Yes. Of course. Roses are beautiful.’
Blanca keek hem strak in de ogen. Ze gaf hem een glas. Ze proostten. Na een slok zette ze het glas neer. Ze ging met haar hand naar de ritssluiting en deed het een klein stukje naar beneden. De hartslag van De Optimist ging omhoog. What the fock. Blanca glimlachte.
‘You can do,’ zei ze.
‘What?’
‘Puedes desnudarme. ¿No estamos aquí para pasar una noche divertida?’
Blanca zuchtte, leek plots geïrriteerd. Ze kon snel switchen van emoties, dat was De Optimist al eerder opgevallen, en ze pakte haar mobiel erbij.
‘Wait.’ Ze sprak iets in in haar telefoon, het was een heel verhaal.
Er gingen duizend gedachten door zijn hoofd. Seks, een warm lijf voelen, huid op huid — dat leek niet meer af te wenden. Tegelijkertijd hoorde De Optimist zichzelf zeggen: ‘ik moet gaan, sorry.’ Hij zei het niet. Hij dacht aan een vriendin die had gezegd: ‘Die bijt je pik eraf,’ en ze kon gelijk hebben. Blanca sprak nog steeds allerlei dingen in, in haar Google Translate.
Hij wist niet wat hij moest doen. Weggaan, meteen, leek het beste.
Hij zag vlak achter haar twee Boeddhabeeldjes met twee waxinelichtjes. Uiteraard. Dat ook nog. De Boeddha had ooit gezegd: ‘Leven is lijden’, en zo was het.
‘Het leven is lijden en lust,’ zo dacht De Optimist.
Blanca hield haar mobiel voor zijn neus.
De Optimist las:
‘We gaan seks hebben toch? Daarvoor ben je hier. Ik ben eenzaam. Ik heb alleen mijn zoon en mijn moeder. Ik voel me alleen. Ik mis mijn familie.’
De Optimist bleef even op het scherm kijken. Hij moest tijd winnen. De Optimist keek naar Blanca en merkte toen dat zijn hand met het glas erin trilde.
‘You feel lonely,’ zei De Optimist, meer als constatering. Als diagnose van de situatie. Zoals de huisarts kan zeggen: ‘Dus u plast ‘s nachts in bed en dat is nu sinds twee weken.’
‘I feel lonely too,’ zei De Optimist zacht.
‘I know. I can see that,’ zei Blanca.
Ze ritste het trainingsjack open, langzaam. De Optimist keek naar de grond en keek weer naar Blanca.
‘I’m so fucking damn, fucking nervous.’
De Optimist schudde met z’n schouders.
‘Godverdomme.’
Blanca deed een stap naar voren, onverstoorbaar. De Optimist kieperde z’n glas leeg in z’n keel.
Ondertussen viel het trainingsjack op de grond. Blanca stond daar in haar paarse kanten BH voor hem.
De Optimist werd licht in z’n hoofd en nam het gezicht van Blanca in z’n handen en ze kusten. Daarna ging het snel. Al zoenend pakte Blanca z’n arm en nam hem mee naar de slaapkamer. Ze knoopte z’n broek los, sjorde dat naar beneden terwijl De Optimist zijn ogen de kost gaf.
Hij wilde naar Blanca kijken, hij wilde haar zien, maar de slaapkamer was op exact hetzelfde moment ook zo vreselijk interessant. Deze slaapkamer was weer een museum op zich, je zou er een half uur rond kunnen lopen. Hij had het in musea juist vaak andersom gehad. Dan stond hij voor een onduidelijk doek, met een onduidelijke betekenis, van een onduidelijke schilder, met een onduidelijke uitleg op het bordje er naast en dan was zijn aandacht een en al bij de Italiaanse toeriste met de witte sneakers op zeven uur.
Terwijl De Optimist op bed zat in z’n onderbroek en Blanca z’n broek van z’n voeten sjorde, zag hij op de kledingkast vijf glazen tijgers naast elkaar. Het dekbedovertrek was van panterprint, haar tangaslip zo zou hij kort daarna zien ook. Hij concentreerde zich weer op Blanca.
Met één beweging klikte hij haar BH los. Eén beweging. Godsakke, dat hij dat nog kan. Wat heerlijk. Hij kon niet wachten dit aan Fransje te vertellen.‘Met één beweging, één hand. Focking hell.’ Hij had dat zeker een jaar of twee niet gedaan, het open klikken van een BH, laat staan met één hand. Blanca drukte haar lippen op zijn mond. Daarna werd alles een grote, onrustige blur van kussen, van handen die overal waren, van haar zachte huid, zijdezachte huid, zo’n zachte, gladde huid had De Optimist nooit gevoeld, van haar grommen, dat leek op het grommen van de tijgers op de kast, van Spaans, (Sí, me gusta… me gusta mucho) Engels, van zelfs Nederlands, wat in hijgende taal elkaar afwisselde. En toen hij bij het adagio van de vrijpartij, het rustige gedeelte, het kalme stuk, haar buik kuste, zei ze:
‘I don’t want to cry.’ Hij keek naar boven en zag haar tranen. Ze veegde ze weg met de rug van haar hand en een streep make-up werd zichtbaar. Hij legde zijn hoofd neer op haar buik en bleef zo even liggen en toen, toen kwam het presto, dat kwam vanzelf en met een vrolijk, jakkerend tempo. Even waren er momenten dat de dingen klopten, dat het vanzelf ging. Ze pasten perfect, nu zonder woorden, zonder kleren.
Later lagen Blanca en De Optimist naast elkaar op het bed. Ze zwegen. De Optimist voelde z’n lijf nog gloeien en vroeg zich af hoe hij hier ruim drie seizoenen zonder had gekund en wist hij dat hij dit vaker in z’n leven moest zijn, maar toch kon hij alleen maar denken aan weggaan. Broek aan en deur uit.
Hij pakte haar hand en kneep er zacht in. Hij tilde z’n hoofd op om te kijken waar z’n kleren waren en liet zich hoofd toen weer zakken. Even wachten. Blanca draaide haar gezicht naar hem. De Optimist aarzelde even en draaide toen zijn gezicht naar de hare. Zo lagen ze daar minutenlang naar elkaar te kijken. Toen kwam Blanca overeind en kroop op hem. Ze kuste zijn voorhoofd en vroeg:
‘Are you still scared of the cocktail?’
Hij schrok. Hoe wist ze dat hij bang was? Hij dacht even na en zei toen zacht, terwijl hij zijn hand over haar rug liet gaan:
‘First I was scared, now I can’t wait to have another one.’
De Optimist keek er zelf van op.
Wow. Hij was dan toch, notabene na de seks, begonnen met flirten.
‘Sorry?’ Blanca fronste.
‘No, nothing.’
No comment yet, add your voice below!