Ik vind het echt een leuk programma. Met die dieren en dan krijgt een neushoorn een jong. Of de panter zit niet lekker in z’n vel, nu er een nieuwe panter in het hok is, en oh, wat kunnen die beesten klimmen en die verzorgers zeggen er allemaal dingen over. Allemaal lieve en enthousiaste dingen. En het commentaar van Jacob Derwig is top. Het is echt een leuk, een heel erg leuk programma. Op veel programma’s is wat aan te merken, maar niet op dit programma. Dit programma is van ’t begin tot het eind leuk.

Het Echte Leven In De Dierentuin, daar heb ik het natuurlijk over. Een heel leuk programma.

Ontiegelijk leuk.

Maar ik kijk het niet. Een paar seizoenen geleden althans, keek ik het niet, ik weigerde. Ostentatief. Ik deed de TV uit. Bewust. Met enig fanatisme drukte ik op het knopje. Of ik ging naar een andere zender. Pissig.
Waarom ik zo pissig was? Terwijl het dus een waanzinnig en eigenlijk onbeschrijfelijk leuk programma is?
Omdat het programma op zaterdagavond werd uitgezonden en ik weiger dát op mijn zaterdagavond te doen. Ik weiger.

Op de zaterdagavond is dat programma perféct voor mensen met jonge kinderen, alsmede voor bejaarden, alsmede voor mensen die zwak, ziek en misselijk zijn. Ik heb al honderd jaar geen griep gehad, maar áls ik dat zou hebben, zou ik dat programma zeker op de zaterdagavond kijken. Dekentje over mij heen en kijken. Gevulde koeken erbij. Ze zoeken het in de stad maar uit zonder mij!

Maar, ik wil dit heel helder stellen: Het Echte Leven In De Dierentuin is op de zaterdagavond geen programma voor een jonge god als ik wiens echte leven in de binnenstad zou moeten plaatsvinden. Niet. Ik zat op de bank, ik keek nog eens naar wat er op TV zou komen en zag dat programma en dacht: leuk. Het programma begon, maar na een minuut sloeg het in als een bom. Wat doe ik hier?

Ik, man van de wereld. Womanizer. De man die met z’n acrobatische bedkunsten, of juist de tederheid van een adagio van Beethoven, de vrouwtjes wilde nachten bezorgt, die als een lopend vuurtje door de Amsterdamse smalle straten en over de grachten gaat. ‘Heb jij die gast al gehad, dit is next level geil, ik zweer je, wat een gast.’ Die man, die gozer, de Overste van de Overschiestraat, de gangmaker, de Alphaman van Amsterdam, die op de bar staat en iedereen met zich mee trekt in een leven vol extase en overgave. Met drank, maar nog beter zonder drank, want dat heeft hij niet nodig. De man met de coole looks, met de goede kleren, de perfecte kleren, zeker voor zijn leeftijd, want echt, is hij echt zo oud? Nee, toch? Hij is toch ergens eind dertig? En dat er dan in koor wordt gezegd: ‘z’n leeftijd boeit me niks, z’n daden benne groot!’ En hij is lief en sympathiek ook, hij heeft voor iedereen even tijd!

Die man, die zat, een paar jaar geleden op de zaterdagavond thuis te kijken naar een gezinsprogramma over springerige, heel schattige aapjes. Bijna dan dus! Dat programma waar bonobo’s elkaar neuken om het ijs te breken. Hoe cool is dat! Neuken om het ijs te breken! Had ik al eens gezegd dat ik daar dus heel goed in ben, dat dat in een test naar voren kwam? Het ijs breken! Echt. De Strengthsfinder-test, daar kwam dat in naar voren: het ijs breken, daar ben ik goed in! Ik doe het met grapjes, slimme grapjes.

WAAR GING HET MIS? Wat zat ik daar op de bank met Pringles en een Leffe Blond?

tekst gaat hieronder verder

Neem nu een Life Time abonnement op alle columns en krijg zelfgemaakte Pastel de nata op mijn verjaardag, 14 december. Lees alle details hier.

Op zaterdagavond hoor ik in een sushirestaurant te zitten, met intens leuk gezelschap. Met iemand die mij diep in de ogen kijkt en schor dingen fluistert. Met een voet die langs mijn been omhoog gaat. ‘Doe niet, doe niet, ga door, ga door.’ Op zaterdagavond hoor ik met een groep vrienden te zijn, in een tapastentje, en dat er keihard gelachen wordt. En de tafel staat vol glazen bier en glazen wijn. De ene grap haalt de andere grap lachend in.

En daarna wordt er nog gedanst en komen we als een groep of alleen met die ene vrouw lachend de club in en geven even een hug aan de portier, want die kennen we. En de nacht is nog lang en samen.

Maar nee, dat was allemaal niet. Ik zat NPO2 te kijken, met een akelig interessant programma. Ondertussen was ik benieuwd hoe het met de jonge leeuwenwelpen ging, maar ik vertikte het. Ik ging niet kijken naar de pinguïn, ik verdomde het. Dat hield ik nog even vol en toen toch zapte ik naar de giraffen. En ik zag de gorilla’s die hun leider kwijt waren en eentje hoorde er niet zo bij, wat z’n dood kon betekenen. En ik zag een bruine beer die z’n hele jeugd in een klein hokje had gezeten. En die nu vrij was en in het berenbos zat. Met alle ruimte, met kleine heuvels en een uitkijkpunt. En in het berenbos moest de beer enorm wennen aan de ruimte die er nu wel was, hij liep kleine, zenuwachtige rondjes, maar laatst stond hij toch op het uitkijkpunt. Dat vond de beer mooi, want de dag erna stond hij er weer. En ja, het is niet te geloven, maar ineens sprongen de tranen in mijn ogen, je doet er niets aan. En ik was blij dat het toch goedgekomen was met de beer, dat hij zijn angst overwonnen had. Ik nam een biertje en ik wist dat het hoogtijd werd voor een paar nieuwe afleveringen. Tijd voor nieuwe afleveringen van Het Echte Leven Van Johan S. te A.

Die zouden niet meer op de bank plaatsvinden. Die zouden in de stad plaatsvinden. Ik moest snel op zoek naar een camerateam. En vooral naar een paar lieve mensen die dat van betrokken en empathisch commentaar zouden voorzien.

 

Ik ben Johan en ik over het ongemakkelijke feest dat moedig leven heet. 

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Comment *
Name *
Email *
Website


Geen zorgen; ik vind spam ook niet zo fijn. Jouw gegevens deel ik niet. Mag ook niet. Zo. Duidelijk.

Veel gelezen blogs:

Hier tekst.