De Optimist is een man die vol vuur op zoek is naar de liefde! Hij doet van alles om de grote liefde te vinden. Gaat het hem lukken en hoe moeilijk is dat eigenlijk? Hieronder lees je een deel van deze serie over De Optimist

Op een middag zag de Optimist in Café de Dode Eend een nieuwe serveerster. Ze zwierde soepel met het dienblad in de lucht tussen de tafeltjes door. Een vrouw met blonde krullen. ‘Jij bent nieuw!’ zei de Optimist.

‘Dat klopt! Hallo! Nora!’ Nora gaf een stevige handdruk. Ze had lichtbruine ogen. Stralend witte tanden.

‘Aangenaam.’

‘En jij bent?’

‘Timberlake, de mensen noemen me Timberlake.’

De dag erop was De Optimist weer in café De Dode Eend en de dag daarna weer, zo vaak kwam hij anders nooit.

‘Leuk je te zien!’ zei Nora, terwijl ze met haar dienblad behendig door de drukke kroeg manoeuvreerde. Het leek wel op buikdansen. Een buikdanser op rolschaatsen.

Op een middag vertelde ze dat ze naast barvrouw ook schoonheidsspecialiste was. Dat bracht de Optimist op een idee. Een goed idee, een van zijn betere ideeën van de laatste periode. Hij moest het nog wel even voorleggen aan Fransje. Hij belde Fransje.

‘Yo.’ hoorde hij Fransje roepen.

‘Ik was in De Dode Eend.’

‘Mooi. Moeten we samen weer eens biertjes weg gaan klappen.’

‘Ja, zeker.’

‘Ben in de broodjeszaak.’ zei Fransje. De Optimist had het al gehoord, de drukte achter haar. Hij twijfelde even of hij zijn idee voor moest leggen.

‘Mooi, nou ik belde zomaar. Spreek je later!’

‘Ja, de ballen!’ riep Fransje.

Plots vond de Optimist het toch geen goed idee om het plan voor te leggen, hij ging dit helemaal alleen doen.

Op een andere middag stond hij op het punt zijn plan uit te voeren. Hij had de zin even geoefend ‘Heb je anders zin om eens bij mij thuis mij een gezichtsbehandeling te geven?’ Hij herhaalde de zin twee keer en wist: ik zit hier op een heel goed spoor. Yes, dit is gewoon meer dan prima. Dit is mannelijk, volwassen en doelgericht.

Nora zou bij hem thuis komen, hij zou koken, hij zou iets bijzonders maken en dan zou ze zien hoe leuk de Optimist was. En wat een bijzondere inrichting hij had, hoe smaakvol hij was. Ze zou iets zeggen in de trant, je bent niet alleen grappig, je kunt ook lekker koken.

Zoiets. En dan zou ineens, plots daar de vonk overspringen, ze zou ineens anders naar De Optimist kijken, niet als zomaar een man, of een gast van café De Dode Eend, nee, nee, ze zou zien dat hij – pats, als een helder licht zou ze het zien – een bijzondere man was. De mooiste dingen in het leven ontstaan door dom toeval, en dat toeval zou hij eens afdwingen. Op een bruiloft had de Optimist eens twee mensen gesproken, een koppel.

De vrouw zei: ‘Ik zag hoe hij mijn fiets uit de sloot plukte en dat was het moment dat ik voelde ‘hé, verdomd zeg, dit is meer dan vriendschap.’ En die gast glunderde toen. ‘Ja, ik had verder geen bedoelingen, maar die fiets lag in de sloot, die moest eruit!’ De Optimist wist weer: het is mogelijk. Alles is mogelijk.

‘En nu zijn jullie getrouwd?’ vroeg de Optimist terwijl hij aantekeningen maakte.

‘Ja, we zijn getrouwd.’

In café De Dode Eend zwierde Nora weer tussen de tafeltjes door met haar dienblad vol glazen en koffie. Het moment van de waarheid. De Optimist stak z’n hand op… ‘Sorry! Geen tijd!’ en weg was ze weer. Ze keek nog wel even achterom en glimlachte. Het was warm en rumoerig in ‘t café. Een andere serveerster, een blond meisje van amper 17 liet een dienblad vallen, er kletterden glazen en kopjes kapot op de grond. Nora bleef glimlachen en pakte kordaat door en ruimde de boel op, samen met het meisje dat op het punt stond te huilen.

‘Je was toch schoonheidsspecialiste?’ zei de Optimist tegen Nora, net toen het een seconde rustiger was.

‘Ja, zeker.’ En weg was ze weer. De Optimist rekende even later af en zou het weer proberen.

De dag erna stond de Optimist om half negen in de ochtend in het cafe. In de hoek zat een oude man een krant te lezen, hij had een koffie en at een croissantje. De Optimist zag Rutger, de bedrijfsleider, de man die op Kurt Cobain leek en hij zei dat Nora er niet is.
De Optimist vloekte inwendig. Hij had zich er helemaal op voorbereid.

‘Goed is ze, hè?’ zei de Optimist.

‘Ja, zeker. En ze krijgt veel aandacht. Haha, maar ze gaat er superrelaxt mee om. Gisteren vroegen drie mannen haar nummer. Maar ze doet het niet. Hoewel ze eentje wel leuk vond, daar stond ze wel lang mee te praten toen het rustig was.’

‘Oh, wat leuk te horen dat ze zoveel aandacht krijgt.’ zei de Optimist.

De wandelstok van de man verderop viel op de grond. De Optimist liep er heen en raapte de wandelstok op.

‘Dank u wel, heer!’ zei de man. Hoe oud zou de man zijn? Dik in de 80? Zou hij nog tips hebben? Voor de liefde en het leven?

‘Bent u alleen meneer, ik bedoel, heeft u een vrouw?’ vroeg de Optimist.

‘Nee, niet meer. Tien jaar geleden overleden. Een bijzonder mens was dat.’

‘En als ik iemand wil tegenkomen, wat is dan de tip van de dag?’

‘Niet zoeken. Gewoon gaan leven. Leuke dingen doen. Heel simpel. Maar alsjeblieft niet gaan zoeken.’

‘Oh, ok. Ja. Goede tips.’

‘Een vrouw is niet alles, hoor.’

De Optimist glimlachte en knikte. Wat moest hij zeggen?

Een vrouw niet alles? Hoe kwam de man erbij? Avonden zat hij in z’n eentje te niksen, deed maar weer eens een rondje door de wijk, ging naar het theater, de film alleen. Het was altijd zo zalig als de liefde er wel was. Sushi eten, tapas eten en dan tongen daarna en neuken tot je scheel zag. En dan tijdens het neuken even moeten pissen en dat je dan niet kan pissen omdat je piemel niet meer slap wordt. Dat waren nog eens tijden! Zat je daar diep in de nacht op het toilet je pik naar beneden te duwen, zo hard als een honkbalknuppel. Als een hefboom die halverwege defect bleek. En maar duwen. Er konden twee mensen op gaan zitten, maar geen beweging in te krijgen. Godsamme. Terwijl je terug wilde, het bed in, om weer naast haar zachte, warme lijf te kruipen. De Optimist kon midden in de supermarkt ineens stoppen met winkelen, stil staan, met z’n mandje in de hand en in de verte staren, denkend aan dat soort nachten.

De Optimist knikte naar de man, groette Kurt Cobain en ging. Hij ging naar buiten, naar z’n fiets met z’n blik op de grond. Hij staarde even over de gracht, het was windstil en er hing mist, de bomen waren kaal. En toen hoorde hij plots zijn naam. Hij hoorde plots haar stem.
Hij keek om en daar stond Nora, die van de fiets stapte. ‘Jij bent hier niet vandaag!’ zei de Optimist. Nora zette haar omafiets tegen een boom. ‘Ik ben er wel!’ ze had een rode blos van het fietsen en een zware, zwarte fietsketting om haar nek.

‘Ik wil weleens een gezichtsbehandeling.’ De Optimist zei het.

‘Oh, prima. Leuk, is goed, hoor.’

‘Echt?’

‘Ja.’ ze zette haar fiets op slot en met de mouw van haar jas veegde ze haar neus af.

‘Kom je eens bij mij thuis dan, dan kook ik.’

‘Oh, da’s goed. Neem ik spullen mee.’

Nora kwam dichtbij, even dacht de Optimist dat ze hem een zoen zou geven, maar ze keek, ze tuurde naar zijn voorhoofd, zijn hoofdhuid en knikte. ‘Ja, dat kan wel wat schoner.’

Een klein weekje later belde Nora aan. De Optimist had wraps gemaakt. Hij had drie kaarsen op de tafel staan, dat waren er acht, maar acht kaarsen dat was overdreven, zo voor een eerste keer. Nora had een tas bij zich. Nora was superenthousiast over de wraps. ‘Heel, heel lekker, jemig, heerlijk!’ Haar telefoon ging, ze nam op, liep naar de gang, smoesde daar even en kwam snel weer terug. NIets zeggen. Niets vragen. Glimlachen en eten. En gezellig zijn. Gewoon gezellig blijven, er was geen enkele reden voor blinde paniek. Als je in gevaar was moest je in paniek op de vlucht slaan, maar als er geen gevaar was moest je gewoon blijven zitten en kauwen op het eten.

Na het eten mocht De Optimist op de bank gaan liggen. Nora deed blauwe handschoenen aan, ze deed een mondkapje op en ze pakte haar tas erbij.

De Optimist zag Nora op nog geen 30 centimeter van zijn gezicht. Ze keek heel geconcentreerd naar zijn voorhoofd. ‘Ik zie best wat meeeters.’ zei Nora geconcentreerd.

‘Ik dacht dat jij de mee eter was.’ zei de Optimist niet bijzonder grappig.

Nora zei niets, ze ging onverstoorbaar door. ‘Ik ga even exfoliëren’

Het was even stil en daarna zei Nora ‘Iets minder roken zou goed zijn.’ Ze keek de Optimist aan. ‘Als je ‘s avonds de neiging voelt om te roken kun je in plaats daarvan ook masturberen.’

De Optimist twijfelde even of hij het goed had gehoord. ‘Wat?!’

‘Als je spanning voelt ofzo, of je wil dus even ontspannen, kun je ook masturberen, in plaats van roken.’

‘Geef je mij nu de tip om te masturberen?’

‘Ja, masturberen geeft allerlei fijne stofjes en het scheelt enorm in de kosten.’

De Optimist klapperde met z’n oren, maar bleef gewoon liggen, niemand had het klapperen in de gaten. Nora was de concentratie zelve.

‘Maak je je veel zorgen?’ informeerde ze.

De Optimist schudde met z’n hoofd. ‘Ik neem het leven zoals het komt. Ja, toch? ik bedoel: welke invloed heb je! Nul. Nada.’ De Optimist vond het heel goed klinken, wat hij zei. Misschien moest hij cursussen gaan geven in loslaten.

‘Als je je zorgen maakt is even masturberen ook prima. Helemaal niet gek hoor, om als single man lekker veel te masturberen’ zei Nora. Ze ging naar achteren, deed haar blauwe handschoenen uit.

‘Ik kan niet geloven dat je me tips geeft om te masturberen.’ Hij voelde zich driftig worden, z’n hartslag ging omhoog. Hoe in godsnaam was hij hier in een soort professionele setting terecht gekomen?

‘Hoezo niet? Ik ben schoonheidsspecialiste, maar denk ook graag mee met mensen. Misschien ga ik eens een coachopleiding doen.’

‘Je denkt graag mee met mensen…’ De Optimist dacht aan Fransje, hij wilde eigenlijk stante pe bellen met haar, hij geloofde gewoon niet dat hij in deze situatie zat.

‘Als je masturbeert komen er allemaal stofjes vrij die je ontspannen. Dat scheelt misschien wel drie sigaretten per dag.’ Wow. Die Nora. Ze zei het allemaal rustig en kalm, terwijl ze haar tasje in pakte en een flesje pakte, waarop stond ‘80% alcohol’. Ze deed een beetje in haar hand en wreef het over haar handen.

‘Elke dag een keer? Of meerdere keren?’ De Optimist speelde gewoon mee, wat kon het schelen.

‘Een paar keer per week is prima.’

De Optimist probeerde de drift onder controle houden. Hij kon niet gaan schelden, er viel niets te schelden. Dit was zijn eigen fout. Hij wilde dates, hij wilde romantiek, maar hij eindigde met een vrouw met blauwe handschoenen die hem ging vertellen dat hij wat vaker moest rukken.

De Optimist liep naar de douche waar hij zichzelf in de spiegel bekeek. Een schoon gezicht, maar wie zou er in godsnaam eens echt kijken.

‘Je bent wel een beetje stiller geworden.’ zei ze bij de deur.

‘Ik weet gewoon niet wat ik moet zeggen. Ik weet het niet. Dit kan toch niet de rest van mijn leven zo gaan. Ik snap er gewoon niets van.’ De Optimist wilde niet harder gaan praten, hij wilde niet dat Nora zich schuldig zou voelen en al helemaal niet ongemakkelijk, maar het liefst zou de Optimist een onredelijk worden en zeggen dat ze een kutwijf was die op moest tyfen.

‘Wat bedoel je?’ Nora leek echt verbaasd.

‘We waren toch aan het flirten in ‘t cafe? Het bruiste toch? Je kwam hier om wraps te eten en om er een geweldige avond van te maken. En nu is het nog geen kwart voor negen en jij gaat! Wie was dat aan de telefoon?’

De Optimist kon het meer tegenhouden. ‘Sorry, sorry, ik… ik kan dit niet meer aan. Hoezo zit ik hier met een vrouw die met focking blauwe handschoenen mijn gezicht gaat zitten doen, mij masturbatie tips geeft en…’ De Optimist kon de tranen niet meer in houden.

‘Ik weet niet hoe het dan wel moet. Als ik jou in het cafe had gezegd dat ik je leuk vond, dat ik je knap vond, dat ik je zo mooi vind zwieren, dan had het je op een rennen gezet, geef toe. Dat doen vrouwen. Ik zei een week geleden nog tegen een vrouw dat ik wel voor meer open stond en weet je wat ze zei? Ze zei ‘Oh, gatsie, jezus, nee, ik dacht gewoon dat wij leuk waren samen.’ Dat zei ze! Gatsie. Ik dacht dat wij gewoon leuk waren samen! Dat zei ze. En weet je wat ze daarna zei? Ze zei daarna ‘mannen willen altijd alleen maar seks.’ Weet je hoe vernederend dat is. Ik wil godverdomme met honderdduizend vrouwen geen seks. Nul. Ik moet er niet aan denken! Maar ja, als ik jou zie en nog wel wat andere vrouwen, dan zou ik er na lang aandringen niet per se bezwaar tegen hebben. Als je het heel netjes vraagt! Is dat erg? Moet ik me daarvoor schamen? Zeg het maar. Zeg het me. Schaamte is zo geregeld. Schaamte ligt altijd als een valse hond op de loer en slaat aan nog voor je in de buurt bent. Ik word wakker met schaamte en ga er mee naar bed, over alles wat niet lukte en wat wel had moeten lukken. Ik wil niet met alle vrouwen seks, ik doe een rondje in het park en zeker in de zomer wil ik er soms wel met zes of zeven seks, maar niet met iedereen, waarom duwen vrouwen dat stempel op mij, op ons? Ik ben gewoon een normale man. Ik heb vier focking leuke vriendinnen en ik wil er geen seks mee. Ik wil er mee praten, eindeloos lachen en muziek mee luisteren. Maar met sommige vrouwen, ja… ja…’

‘Hoe kon je denken dat dit een flirt was?’ Nora stond nog steeds bij de deur, ze deed deze weer dicht en ging er met haar rug tegen aan staan. Ze plantte haar voeten iets uit elkaar, handen in haar zak. Ze kauwde op een kauwgompje, was dat de hele tijd al zo?

‘Als een man je uitnodigt bij hem thuis, met eten erbij, dan is het een date toch?’ zei de Optimist.

‘Ik ben verbijsterd.’ Nora stond er verloren bij. Of boos. Ze had een frons op haar gezicht die De Optimist niet eerder had gezien die avond.

‘Hoe moet ik het dan doen?’ vroeg de Optimist. ‘‘Als ik een vrouw vraag om af te spreken en ik zeg er bij dat het date is rent de vrouw weg.’ zei de Optimist.

‘Jezus, man. Dat had je al gezegd. Ik val toevallig niet op je. Toevallig. Ik val op heel andere mannen. Toevallig. Je zit nu echt enorm te piepen.’

‘Ik ben toch grappig?’

‘Nou, op het moment vind ik je helemaal niet zo grappig.’

‘Vind je me bedreigend?’ Nora was even stil. Die vraag had ze niet niet verwacht. ‘Nee, dat niet.’ Ze trok even met haar mond.

‘Ik wil niet voor altijd alleen blijven. Ik wil het niet.’ De Optimist zakte door zijn knieën en gleed met de rug tegen de muur naar de grond. ‘Ik wil het niet.’ De tranen vloeiden over zijn wangen. De laarzen van Nora waren op nog geen meter afstand.

‘Vrouwen kijken naar jou, he?’ zei Nora.

‘Wat? Naar mij?’ De Optimist plukte uit z’n broekzak een pakje sigaretten. Hij stak een peuk aan.

‘Vrouwen kijken naar jou, in Café de Dode Eend.’

De Optimist keek om zich heen, hij had iets van een asbak nodig. Nora liep naar de keuken en kwam terug met een asbak en gaf het aan de Optimist.

‘Gaan we nu ongemakkelijk naar elkaar doen? Ik kom graag bij de Dode Eend. Dat wil ik niet opgeven.’

‘Nee, hoeft niet. We hoeven niet ongemakkelijk te doen.’ Nora ging door haar knieën. Ze keek naar de Optimist. Had ze een zachte glimlach om haar gezicht? ‘Je bent echt een lul, nu, weet je dat? Maar ik moet toegeven, een lieve lul.’

De Optimist vond dat Nora wel heel dichtbij komen, hij hield z’n adem in. ‘Ga je me nu ook nog masturberen?’ Nora schoot in de lach, de Optimist schrok van z’n eigen grapje. Het was even stil. ‘Ik ga je geen tips geven over de liefde, maar hou een beetje vertrouwen man. Zeg waar het op staat, als zo’n vrouw niets wil is dat toch gewoon informatie? En door, door, volgende. Het betekent niets. Echt. Geen fuck.’

‘Maar…’ de Optimist twijfelde. ‘Maar is er echt geen enkele kans dat je op een dag, zomaar, plots op mij valt?’

‘Nee. Die kans is er niet. En dat betekent dus niets.’

De telefoon van Nora zoemde in haar jaszak. Ze keek op het scherm. Haar ogen lichtten op.

‘Ik ga. Doei.’

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Comment *
Name *
Email *
Website


Veel gelezen blogs:

Hier tekst.