Ik weet niet goed meer waarom ik een kerstboom wilde van drie meter hoog. Ik weet wel dat ik besloten had om het gezellig te maken, het zou gezellig worden, hoe dan ook. Martha had me gezegd dat drie meter hoger was dan mijn plafond, maar ik zei dat ik een plafond had van vijf meter. ‘Nee, je wilt een plafond van vijf meter, zoals de mensen in Zuid, dat zei je al eens. Maar iets willen en iets echt hebben, dat zijn soms verschillende dingen.’ Ik zei: “Vaak zelfs!’’ en daarna deed ik mijn armen theatraal wijd en een kleine stap naar voren, zoals Jackson aan het eind van een song, in het Wembley stadion.
Martha legt de dingen graag goed uit. ‘Omdat je de dingen zo goed uitlegt, kun je dan ook nog eens uitleggen waarom je precies met Kerst op wintersport gaat. En waarom twee weekenden achter elkaar?’ Er kwam weliswaar een heel verhaal, maar ik begreep er niet veel van. Het werk van Lizzy zou druk worden, in februari, daarom kon het nu. Zoiets.
Ik had de boom gezien in de Baarsjes, en toen ik thuis was waren bijna alle naalden al van de boom, want ik had het ding door het hele Rembrandtpark over de grond gesleept. ‘En door de modder zo te zien.’ had Martha gezegd.
De eerste honderd meter ging op het stuur van de fiets, maar toen was de fiets gevallen en ik ook bijna. ‘Hoe doe je dat? Bijna vallen?’ Martha lag op de bank met haar benen de lucht in, haar voet rustend op de muur. Ik moest ‘m ook via de trappen omhoog brengen, vijf hoog, want de lift die had geen plafond van vijf meter. Waarom had Martha daar niets over gezegd? Ze was duidelijk veel van plafonds en de hoogte er van. Later zou ze bij een etentje met vrienden zeggen: ‘Ik moest ook door het Rembrandtpark, die middag, en zag een spoor van naalden. Heel grappig gezicht.’
Martha met wintersport en ik met de kerstboom van drie meter in de woonkamer en alleen kerst vieren met een curry die goed gelukt was en naar het Rijksmuseum. Ik ben niet goed met musea. Ik probeer het wel en ik vind het ook steeds erg aantrekkelijk als iemand zegt dat hij of zij een museumjaarkaart heeft, maar ik ben er niet goed in. In een museum loop je altijd met dezelfde mensen op, let maar eens op, je komt steeds hetzelfde stel tegen, of dezelfde man alleen of vrouw alleen. Toeristen, meestal toeristen. Ik kijk naar het schilderij, het kost 14 miljoen euro en ik probeer wat te voelen. Ik probeer schoonheid te ervaren, maar ik voel niets, behalve de neiging om door te lopen, nee, nee, wacht, stop, kijken kut. Ik voelde niks ook niet na een dikke minuut. Een lucht. Een boer. Een houten hek. Ik voel in een museum ook altijd de neiging om de suppost even wat te doen te geven. Ik ben er alleen te schijterig voor, ik zou bijvoorbeeld heus eens, ik noem maar wat, Losing My Religion kunnen zingen. Wie doet me wat.
‘Heb je nou die kerstboom schuin in de woonkamer staan?’ Het was Martha die het mij in het echt had gevraagd, terwijl we in bed lagen, in haar huis, haar kerstloze huis en zij zacht mijn bovenarm streelde en in de DM hadden twee mensen het los van elkaar precies zo gevraagd. Op Instagram. Mensen die ik nooit hoor. En dan als er iets even niet helemaal gaat zoals misschien exact de bedoeling was, komen de vragen. ‘Je had toch ook een piek gekocht? Waar is die piek??’ Ze gaf een zoen op mijn bovenarm.
Op de Tweede Kerstdag videobelde ik met Martha. Althans dat was de bedoeling. Waar de Eerste Kerstdag wonderschoon stralend zonnig was geweest, was het grijs en donker op de Tweede Kerstdag, maar Martha nam niet op. Ik keek naar de boom en wist niet of het nu beter was de bovenkant of de onderkant korter te maken. Ik vroeg het op Facebook en op oudjaarsdag zou er een reactie komen. Toen lag de boom al bij het ophaalpunt, beneden bij de flat. Stukje van de bovenkant, stukje van de onderkant. ‘Ik wil die piek wel.’ zei Martha terwijl haar skipak midden in de woonkamer op de grond lag en zij weer in haar favoriete houding op de bank.
No comment yet, add your voice below!