Omdat ik heden ten dage uitsluitend bezig ben met schrijven en schrappen en daarna nog meer schrijven en schrappen schiet de liefde er danig bij in. Jammer, maar een mens moet keuzes maken. Afgelopen week zat ik te werken, met mijn neus op mijn scherm, in de bibliotheek. Een plek waar bijzondere mensen samenkomen, ik zie elke dag een oudere man met een out of bed look en twee brillen, die hij tegelijkertijd op heeft. Over elkaar heen. Zie je het voor je? De man is denk ik halverwege de zestig, het kan niet anders dan dat hij alleen woont, in een kamer vol met boeken, papieren, het ruikt er niet al te fris en de ganse avond zit hij te lezen, met een enkel lampje vlak boven z’n hoofd. En z’n lila katoenen zomerschoenen staan in de hal. En z’n mintgroene jas hangt ook in die hal. Hoe zou de man heten? En wat deed hij voor de kost? Type verstrooide professor.

Daarnaast loopt er een zwarte, slanke jongen rond met een bijbel in z’n hand. Dik zwart boek met gouden letters.
Laatst, einde ochtend. Een vrouw. Ze ging naast me zitten. Ik keek opzij, bleef te lang hangen met mijn blik en concentreerde me daarna vlug weer op mijn scherm. Ik keek weer eens opzij, en ik concentreerde me wederom op mijn scherm.

Kijken of niet kijken, dat is de vraag. Geen idee meer welke toneelschrijver dát precies zei en in welk stuk. Ik weet ook niet welke toneelschrijver deze plottwist dit bedacht heeft, maar yolo, fock, wat gebeurt hier nou: de vrouw keek terug. Ik speel de laatste tijd wat vaker met fictie in deze stukjes, maar dit was echt. Ja, vaker dan eens, keek zij, de vrouw, terug.

Nu ga ik hier niet de kaart trekken: vrouwen hebben geen aandacht voor mij, want dat is pure onzin. In Lissabon hebben heel veel vrouwen aandacht voor mij. En ach, ja, vast ook in Nederland, maar ik heb het niet altijd door. Vrouwen zijn er subtieler in dan mannen. MAAR.

Maar deze vrouw keek. En toen ik opstond – even water halen – keek ze nog eens op van haar beeldscherm. En zo nog een paar keer. Prachtige vrouw. Donker haar. Ze had zo’n legging aan en dan witte sokken over de legging. Oh, my. Hou me tegen. Wanneer heeft God dát ineens geschapen? Hoezo is dat nu pas? En niet altijd al? Ik had dat ook eind jaren negentig prima in mijn leven willen verwelkomen. Sportlegging, sportschoenen en witte sokken.

En wat ik deed? Ging ik een praatje maken? JA! Ik deed het voor jou, zodat ik verslag kan doen.
Echt? Nee. Ik deed het niet. Nee, nee, nee, het was nog te vroeg, zo maakte ik mezelf wijs. Toen ik weg ging, liep ik achter haar stoel langs en ik keek nog eens achterom. Zij ook. Ik heb niets gezegd, toen ik beneden bij mijn fiets stond had ik wel een prachtige openingszin bedacht. ‘Ha, ik ben er maandag weer, als jij er ook bent, kunnen we elkaar fijn de hele dag afleiden.’

Enfin. Die zin wacht dus nu al een dag of wat op het puntje van mijn lippen. En ik heb de vrouw nog niet weer gezien. In gedachten zeg ik de zin als ze er weer is en ik zie voor mij hoe ze zal reageren. ‘Ja, grappig, je lijkt op een vriend van mijn vader!’ En dat dan de hele bieb in lachen uitbarst. ‘Ik heb een leraar op de opleiding businessmanagement, doet me heel erg aan je denken.’

Maar soms fantaseer ik de goede kant op. ‘Ja, ik ben Portugese en helaas nog maar een paar weken in Nederland. Ik ga binnenkort terug naar mijn ruime appartement in Lissabon, Principe Real. Daar is makkelijk ruimte voor een creatieve man, maar jij hebt vast gewoon hier verplichtingen? Het huis heeft een eigen tennisbaan, we kunnen samen tennissen en jij mag mijn tennispakje uitkiezen. Ik hoef niet per se kinderen. Ik vind het heerlijk als een man kan koken. Lasagne, dat hij daar drie uur voor in de keuken gaat staan, dat vind ik prachtig. En humor, daar is in het huis ook ruimte voor. En echtheid, of nou, een poging er toe.’

Ach, ik vind mezelf altijd plots 20 worden als ik hier over schrijf. Jong, ongemakkelijk, een tikkie puberaal.
Ik heb haar niet meer gezien, tot die tijd moet ik het doen met de man naast mij. Ook een mooi type. Elke dag een onduidelijke polo aan, een soort kruising van een trui, sweater en een polo. Waar koop je zoiets? Soms hebben we een kort praatje en paar dagen geleden, ik zat midden in een stuk boog hij naar mij toe en zei plots, samenzweerderig:
‘Er zit hier iemand te mediteren.’ Hij zei het op een toon ‘wat een malligheid, mediteren.’
Ik keek de man verbaasd aan, en er zat inderdaad een man met rode krullen met een rechte rug en met hand op hart en de andere hand op z’n buik en de ogen dicht. Ik had geen zin om de toon van de man mee te gaan, of zoals ze dan tegenwoordig zeggen ‘ik had geen zin om in het narratief van de man mee te gaan’. Ik zei met een stalen gezicht: ‘Dat is de koeliboera meditatie. Heb ik ook jaren gedaan. Populair in Polen, met name Warschau. Het maakt een soort potentieel in je los.’
De man knikte vaag en keek weer vlug op z’n scherm. Die hoorde ik de rest van de dag niet meer.

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Comment *
Name *
Email *
Website


Veel gelezen blogs:

Hier tekst.