In dit stuk over Babygirl zitten geen spoilers. Je kunt rustig lezen! 

Mijn laatste held is die gast uit Babygirl, de erotische thriller van Halina Reijn. Ik zag de film inmiddels twee keer, kan me niet heugen dat ik twee keer in de bioscoop naar een en dezelfde film ging in een week. Ik vind het een uiterst fascinerende film en zo onweerstaanbaar goed gedaan en een diepe buiging voor Nicole Kidman.

Die gast uit Babygirl, gespeeld door Harris Dickinson, Samuel. Mijn nieuwste held. Hij is zo… ongenaakbaar. Zo cool. Hij speelt de intern bij een groot bedrijf, waar Nicole Kidman Romy speelt, de CEO, die dus járen ouder is. Vanaf seconde één zie je dat er een grote aantrekkingskracht is tussen de twee; Romy is meteen gebiologeerd door deze gast. En vanaf daar start het verhaal.

Neem bijvoorbeeld de scène in de lift. Romy staat in de lift en na een paar seconden glipt Samuel erbij. Kauwend op een koekje. Ik heb nog nooit iemand zo cool op een koekje zien kauwen. De nonchalance. De onweerstaanbare nonchalance. Wat is het? Z’n blik? De vanzelfsprekendheid in z’n hele houding? Hij staat daar met de CEO van het bedrijf in die lift, ik stond ook weleens met de CEO van een bank te kletsen toen ik daar even voor werkte, en ik voelde toch lichte spanning en je gaat toch net iets anders doen. Samuel niet. De houding: ik ben hier en dat is helemaal ok. Wat goed dat ik hier ben. Wat een verrijking voor de wereld dat ik nu hier ben. De wereld mag in de nopjes zijn met mijn aanwezigheid. Of misschien is het wel een dikke vette ‘I don’t care-houding.’
Of hij denkt niets. Dat kan ook. Zo cool, dat hij niets hoeft te denken, omdat hij weet dat de dingen allemaal op z’n pootjes terecht komen. En vanuit deze totale chilness maakte hij ook nog een complimentje. Een niet gretig complimentje. Een echt nonchalant complimentje. Damn.

Deze coolness zie je in meer scènes. Hoe hij er als stagiair volledig vanuit gaat dat de coachingsafspraak doorgaat. Romy blijkt ook ingedeeld te zijn in het coachingsprogramma waar senior medewerkers gekoppeld worden aan junior medewerkers.

‘Looking forward to monday!’ zegt Samuel kauwend op dat koekie. Romy schrikt.

‘Wat is er maandag?’

‘We’ve got our appointment.’

Romy onrustig, paniek, nee, nee, dat kan niet, terwijl je als kijker al gezien hebt dat ze door d’r hoeven gaat van die gast.

Schitterend!

Ik heb de afgelopen week nagedacht, maar toch besloten wél mijn eigen naam te houden, Johan. Ik had net zo goed kunnen besluiten om Samuel te gaan heten, dat was zeker een optie geweest. Mijn naam houd ik, mijn eigen goddelijke lijf is ook voldoende, maar voor de rest: het roer gaat om!

Afgelopen week heb ik de hele week koekjes op zak gehad. Ik ben veel wezen oefenen, veel de stad in geweest. Ik begon bij Café De Dode Eend, ken ik wat mensen. Laag instappen, zelfvertrouwen opbouwen. En dan contact maken, snap je? Ging goed. Voor een beginner. Ik ben geen beginner, maar je snapt wat ik bedoel. Het gaat om een beginners mindset.

Concreet: toen de serveerster me vroeg wat ik wilde drinken zei ik min of meer afwezig: doe mij maar cola. Zonder gezichtsuitdrukking ook. Alsof het me niets kon schelen. Dat is dus de crux! Het voelde goed. Ik stikte daarna wel in mijn eierkoeken, eierkoeken zijn geen succes. De serveerster moest me echt keihard op de rug slaan, een gozer moest er bij komen, die sloeg ook hard op mijn rug, echt hard man en later zag ik ze ontzettend leuk met elkaar kletsen. Leuk om te zien.

Stroopwafels raad ik ook af, want die zijn te lekker. Ik zei plots tegen een vrouw (andere avond) ‘Oh, zo teringjantje lekker deze stroopwafels!’ Was te enthousiast, werkt niet. De vrouw schrok echt. ‘Wow, nou, wat goed dat je zo lekker kan genieten van een stroopwafel.’

Dat zal er echt uit moeten. Dat wild enthousiasme van mij. Daar kun je niet mee aankomen bij de vrouwtjes. Sommigen noemen dat ‘lekker authentiek’ en zeggen dan dingen als ‘je kunt zo jezelf zijn’, maar als dat 100 jaar eenzaamheid betekent, stappen we met hetzelfde enthousiasme af van dat lekker mezelf zijn. Het is een keer genoeg, snap je? Je moet durven experimenteren in het leven.

Derde avond had ik zandkoekjes. Ging beter. Kort gesprekje gehad. ‘Wat eet je?’ ‘Zandkoekjes.’ En daarna rustig wachten dat zij terug komt bij mij. Daar gaat het om. Rustig afwachten. Dat gebeurde die keer niet, maar dat maakte mij niets uit. Helemaal niets.

Naast de nonchalance perfectioneren is een ander belangrijk element ook dat je op goede momenten betrokken bent. Interesse tonen.
Dus toen een vrouw een tof jasje aan had zei ik dat: ‘Tof jasje, je hebt een tof jasje aan. Mooie kleur blauw.’ ‘Het is grijs.’ ‘Oh, ja, grijs. Mooie kleur grijs.’

En daarna nam ik weer een zandkoekje en keek uit het raam, de andere kant op. ‘Thanks’ zei de vrouw en zij liep met twee cocktails naar een tafeltje meters verderop. Ze zei iets tegen haar vriendin, die keek even op, daarna zeiden ze nog iets tegen elkaar. En het kan mij dus niets schelen wat dat is. (maar toch, wat zou het kunnen zijn? Wat denk jij? Wat zegt een vrouw tegen haar vriendin als ze net een compliment krijgt? Maakt niet echt uit, maar ja, nou, ja, laat ook maar.)

Toen stond ik op, nam mijn laatste slok en rekende af. Zonder gezichtsuitdrukking. Zonder emotie. Ik voel aan alles dat dit weleens een groot succes kan worden. Een ommekeer. Een begin van betere tijden.

Het is nooit te laat om jezelf opnieuw uit te vinden, het is nooit te laat om van authenticiteit af te stappen.
Ik sprak een vriend, mijn goede vriend A. en die zei: ‘Ja, maar jij bent die gozer uit de film niet.’

Als Johan zou ik meteen heel giftig worden bij zo’n opmerking, maar nu als Samuel zei ik niets, maar nam nog een koekje.

Trots op mezelf.

[/convertkit_content]

2 Comments


Add a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Comment *
Name *
Email *
Website


Geen zorgen; ik vind spam ook niet zo fijn. Jouw gegevens deel ik niet. Mag ook niet. Zo. Duidelijk.

Veel gelezen blogs:

Hier tekst.