Sommige mensen vinden het fascinerend, interessant en leuk. Ik vind het helemaal niks. Dat mensen verschillen. Ik haat het, raak ervan in de war, ik vind het stom. ‘Maar zou je willen dat we dan allemaal exact hetzelfde zijn?’ Ja! NEE! Nee, nee, dat ook niet, maar vaak begrijp ik er gewoon niks van.
Kleine verschillen vind ik prima. ‘Ik hou niet van mayonaise.’ Lief. Leuk. ‘Ach, wat grappig, je houdt niet van mayonaise, geef me een hug, waar hou je wel van?’ En dan een leuk, diepgaand gesprek over chorizo.
Maar los van de mayonaise kan ik niets bedenken waar ik verschillen tussen mensen leuk vind.
Neem de winter. Ik loop over straat, het is takke koud, het regent. Het is nog geen drie graden. Ik zie een man op de fiets, ZONDER HANDSCHOENEN. Hoe dan? Nog geen drie graden en géén handschoenen! Ik word hysterisch als ik dat zie. Na enig twijfelen zet ik het op een rennen. De man kijkt verschrikt achterom, begint als een malle te fietsen. ‘Doe je handschoenen aan! Doe aan! Het is te koud, je handen vriezen eraf!’ En zo schreeuw ik de laatste weken vaker naar wildvreemden op straat. ‘Je handschoenen! Mevrouw!’ Soms bij een stoplicht, als we daar met een clubje mensen staan te wachten: ‘Goeiemorgen allemaal: doen we even de handschoenen aan?’ Vaak blijf ik vriendelijk, ik heb gemerkt dat dat beter werkt.
Nog een voorbeeld. Het regent pijpenstelen. Lopen dus allerlei mensen zónder regenjas, gewoon zeiknat te worden. Hoe dan! ‘Mevrouw, mevrouw! U wordt nat! U bént ontzettend nat!’ ‘Hallo! Jongelui, jongelui! Jullie worden nat!’ (ik zei jongelui, ik weet het, ik ben nu officieel bijna overleden). Twee meiden in grote bollende, zwarte winterjassen. De jassen komen tot de grond, ze kijken samen op één schermpje, ik zie lange, kleurige nagels, zo lang, je kunt er bijna onder schuilen en ze moeten hard lachen om wat ze zien. In de stromende regen dus. ‘Dames, goedemorgen, de regen komt met bakken uit de hemel, kunnen jullie even regenkleding aan doen?’ Ze staken in koor een hand naar mij uit, het leek op een stopteken, maar dan wel geleerd op de dansschool.
Ik heb dit heel vaak, in allerlei situaties, als mensen zo anders blijken te zijn. Loop ik langs een huis, zie ik de mensen naar The Mask Singer kijken. Bel ik altijd even aan voor een kort gesprekje. Ik schreeuw niet hoor, want de mensen staan op de sloffen mij te woord, snap je. Kun je niet gaan schreeuwen. Dat is raar. Vroeger deed ik dat wel, was het al na negen uur, schreeuwde ik alle melatonine uit hun lijf, maar daar ben ik helemaal van teruggekomen. Er komt een moment in je leven dat je plots weet: wie ben ik dat ik melatonine uit de lijven van nietsvermoedende stadgenoten ga staan schreeuwen.
Nog een voorbeeld: mensen die zaterdagavond om kwart over negen joggen. Ken je dat beeld? Zaterdagavond, kwart over negen en dan joggend door de straat! Of zaterdagavond rond die tijd, zie ik iemand strijken! Dat! Hoe dan? Op die zalige zaterdagavond, staan zij heel ‘gewone’ dingen te doen, als een overhemd strijken. Gek word ik ervan!
Wat ik op zaterdagavond doe? Nou, wat te denken van lekker met een kaasje op de bank. Een kaasje, een wijntje en de gladde benen van mijn vriendin over mijn benen. Lekker serietje kijken. Of, dat kan ook, ik zit alleen thuis met een kaasje en een wijntje mij voor te bereiden op die situatie. Dan schrijf ik met de tong uit mijn mond een nieuw tekstje voor een dating-app. Of ik zit hard te huilen op de bank, maar geef toe, dat is dan nog beter dan joggen of strijken.
Nog een voorbeeld: mensen die geen gevoel hebben voor foto’s. Leg ik uit. Hou me tegen. What the fuck. Niet te doen. Maak me gek.
Op insta, facebook of een datingapp: een vrouw met viezige brillenglazen in te fel TL-licht, terwijl ze ín een metershoge kamerplant staat. In haar woonkamer. Ze staat in een kamerplant! Ok, ik overdrijf tien centimeter, maar ze staat tegen de plant aan, met die Streliziabladeren in haar gezicht zeg maar. Dat je de foto neemt: voilá! En dan zie je de foto en denk je IN ALLE LIEFDE EN WIJSHEID: jaaaa, dit is wat je noemt een enorm mislukte kutfoto, maakt helemaal niet uit, ik hou van mezelf en waardeer mezelf zoals ik ben en Jezus leeft en de kinderen in Afrika hebben honger en dat moet subiet afgelopen zijn en ik heb liever pure chocolade, maar dat doet er allemaal niet toe: ik ga de foto wel even opnieuw nemen. Jaa, dat doe ik.
Maar dat doet Anja niet! Die plaatst die foto.
HOE DAN HOE DAN HOE DAN!!!!
Nog een voorbeeld: mensen die langs een badeendenwinkeltje lopen en dan naar binnengaan en echt iets kopen: hoe dan. Mensen die het in de winter leuk vinden om te schaatsen, of nog erger in een meertje te zwemmen, mensen die een huis vol nepbloemen hebben, snap ik ook niet, ik heb een nep bosje op tafel staan, maar dat is ironisch bedoeld, ironische bloemen, snap je.
Nog een laatste voorbeeld: mensen die ‘s avonds met een boek op de bank rustig zitten te lezen! Hoe dan? Als ik daar lucht van krijg, dan, dan, dan… ja, dan word ik altijd wat stil.
Ja. Dat. Een beetje stil. Dan ga ik ongemakkelijk met mijn mond trekken.
‘Hoe lang lees je dan?’
‘Oh, jee, geen idee, tot ik moe ben en dan ga ik naar bed.’
‘En dan zit je dus heel rustig, kalm, heel ontspannen te lezen?’
‘Ja, dan zit ik heel ontspannen te lezen.’
‘En dan ga je dan heel vredig naar bed?’
‘Soms doe ik nog een wandeling’
‘En dan?’
‘Dan ga ik naar bed.’
No comment yet, add your voice below!