Op een maandagmorgen was ik op mijn werkplek, ergens op een Amsterdamse gracht. Een co-workplek, met zelfstandigen en kleine bedrijven. Ik zit daar, het laat zich raden, om wat gezelligheid te hebben, natuurlijk anders zit je thuis, de hele tijd. Gezelligheid is zeg maar echt mijn ding. Ik fietste een half uur eerder naar de werkplek en buiten snoof ik de frisse lucht in mij op, hallo Vondelpark, hallo Rijksmuseum, hallo mensen op de werkplek. Wegfietsen van huis was ook wegfietsen van het weekend dat net achter me lag. Een weekend waar ik op zaterdagmiddag een koffie met iemand deed, en dat was heel gezellig. De rest van het weekend? Wandelen, serietje kijken, Lasagne maken, nog maar eens wandelen, naar een fotomuseum, stukjes schrijven, op papier was het een prima weekend, maar god, jeetje, vooral ongezellig. Die was zo mijn botten in getrokken, die ongezelligheid.
Ik installeerde mezelf op een werkplek en ging naar de pantry om koffie te pakken. Daar stond een gozer die ik niet eerder zag. Spaans ogend.
‘Hoe was je weekend?’
De jongen, of nou, ja, man, in de kleine keuken vroeg het enthousiast. Ik weet niet helemaal of dat het woord is. Het was verwachtingsvol. Hij lachte erbij, hij keek me aan met een blik alsof hij zeker wist dat ik een focking vet weekend had gehad. Alsof ik weer eens ergens veel te veel gedronken had, jeetje, wat een idiote toestand was dat weer en hoe waren we nou eigenlijk op dat ene huisfeestje beland? Zo vroeg hij het. Alsof er allemaal liederlijkheden hadden plaats gevonden. Met Carla. Of Carlien, jeetje, wat gênant, geil was het wel geweest. Met Carla. Ja, Carla.
‘Hoe was je weekend?’
Een doodnormale vraag op de maandagmorgen en toch, die vraag, ik schrok van die vraag. ‘Hoe was je weekend?’
Ik dacht: moet ik nu een flitsend antwoord hebben? Nee, ik dacht het niet, ik wist dat dat het beste was. Ik had geen flitsend antwoord. Geen tot-diep-in-de- nacht-wezen-stappen-en-16-nieuwe-vrienden-gemaakt-antwoord. Of: heel bijzondere vrouw ontmoet, my god. Nog spierpijn. Soms is-ze er ineens. De magische klik. De glimlach die je raakt.
Maar het echte antwoord was: rustig. Kalm. Koffietje gedaan. Ik mag niet klagen. Ik kan wel janken.
Ik kwam ook nog wel eens bij bejaarden op de zaterdagmiddag. Muziek luisteren, zodat zij niet zo eenzaam zijn. Daarom. Voor hen doe ik het. Eenzaamheid, je moet er niet aan denken.
Ik was ook begonnen aan een boek. Daar zat ik dan. Op zaterdagavond. Een boek te lezen. Met buikpijn, maar lezen zal ik. Oh, ik had ook een sambucaatje gedronken op de zaterdagavond. Het was immers weekend. Je moet het er van nemen. Het leven is kort. Ik rekte tijd door de vraag te herhalen. ‘My weekend?’
Ik hoorde mezelf zeggen dat ik een prima weekend had. Gewoon chill. Niet veel bijzonders.
Ik probeerde nog wat enthousiasme in mijn stem te fietsen, maar dat lukte niet echt volgens mij en ik keek geconcentreerd naar de koffie die in mijn glas stroomde.
Ik hoopte dat ik er vanaf was, of hoopte ik juist dat hij door zou vragen? Belangstelling, interesse, ik ga er hard op. Meestal.
‘Did you go out, or…’
‘No…. I was planning to go out, Paradiso, Melkweg, you know, but no good program. So… just relax. A really relaxing weekend.’ Wie ging nu bewijzen dat ik er mijn schouders onder had gezet?
De gozer knikte driftig en zei: ‘Dat zijn de beste weekenden. Lekker niks.’
Toen keek hij me even goed aan. Hij liet een stilte vallen en zei mij dat hij kon zien dat ik echt genoten had van even helemaal niks.
Ik zei: ‘Even helemaal niks. Klopt.’
Een seconde zag ik vertwijfeling bij de jongen. Hij wist niet of hij moest doorvragen.
Hij klopte op mijn schouder en wenste me een ‘brilliant day.’
‘Yes, you too. You a brilliant day too.’
Mijn koffie was klaar. Ik deed er een extra schepje suiker in. Belangrijk, voor jezelf blijven zorgen.
Meer lezen? Ik schrijf over het ongemakkelijke feest dat leven heet, voor ambitieuze singles, met vrienden die al gesettled zijn en jij nog aan het daten. Ongemakkelijk. Soms dan. 👇🏼 Laten we het even over eenzaamheid hebben.
No comment yet, add your voice below!